Een volmaakt wandelaar zou pas iemand zijn, die in zich verenigt de kennis van een geoloog, een ethnoloog, een folklorist, een meteoroloog, een natuur-, kunst-, cultuur- en gewoon historicus, een politicus, een taalgeleerde, een dialecticus, een technicus, een steden-, vesting- en landbouwkundige en nog een paar meer, waar ik op ’t ogenblik niet aan denk. Dan zou je pas kunnen zeggen: die man steekt van zijn reizen op, wat er van op te steken valt. Maar waar vindt men zo iemand, die dan bovendien nog over een sterk lichaam beschikt en over een soort gemakkelijkheid, die hem deuren en harten der mensen ontsluit. Ik ben bang, dat Raffles, de gentleman-inbreker, de enige is, die aan dit alles voldoet.

Belcampo, opgenomen als nummer 102 in de Literaire Canon beschrijft in ‘De zwerftocht van Belcampo’ op deze manier wie mag doorgaan voor een volmaakt wandelaar. Een omschrijving die mij aanspreekt, maar waar ik zeker niet aan voldoe.

Ik vervolg mijn pad door Overijssel. Ik loop van Holten naar Rijssen. In meerdere opzichten een bijzondere tocht. Het is weer een grenstocht. Het wordt een korte tocht, pakweg 15 kilometer, van station Holten naar station Rijssen. Het eindpunt is aan de voet van het graf van Belcampo op de Oude Begraafplaats in Rijssen.

Grenswandeling

Inmiddels ben ik in Twente beland. Twente mag natuurkundig worden gemarkeerd door de stuwwal van de Sallandse Heuvelrug, maar bestuurlijk maakt de gemeente Holten-Rijssen deel uit van de regio Twente. Grenzen, waar ook ter wereld, zijn soms moeilijk te trekken. Ze willen bovendien nogal eens wisselen. Je hoeft maar naar de verschrikkelijke Oekraïne-oorlog te kijken en je ziet hoe pijnlijk waar dit is.

Dat is voor Overijssel niet anders. Ik schreef daar over in mijn vorige etappeverslag. Op een kaart gemaakt tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) valt Holten in ‘Zallandt’ en Rijssen. Op een kaart uit 1727 valt Holten ook in Salland en Rijssen in Twente. 

Pas bij de gemeentelijke herindeling van 2001 wordt de Sallandse gemeente Holten samengevoegd met de Twentse gemeente Rijssen. Deze grenswijziging is, anders dan in vroeger tijden, eens niet ontstaan door oorlogen, landje-pik of overerving tot stand gekomen. Toch zijn de verschillen tussen de plaatsen behoorlijk. Holten is toeristisch, Rijssen een ondernemersplaats met steenfabrieken en een erg belangrijker jute-fabriek. Rijssen is 3x zo groot als Holten.

Streektaalgrens

Tussen Holten en Rijssen loopt ook een grijze streektaalgrens. Rijssen heeft een geheel eigen stijl dat slechts een paar kilometer verderop alweer anders klinkt, hoezeer beide dialecten onder het regionale Nedersaksisch vallen, dat sinds 2018 als regiotaal is erkend, maar nog niet is gelijkgeschakeld met het Fries om de taal te behouden of te bevorderen. In Holten spreken mensen ‘Gelders-Overijssels’, in Rijssen wordt Twents-Graafschaps gesproken. Een harde grens is het natuurlijk niet. De taalkundige Jo Daan tekende in de Atlas van Nederland (1968) de dialectgrens tussen Holten en Rijssen. Dat werd herleid uit woorden als ‘vuur’ versus ‘veur’ en ‘huus’ versus ‘hoes’. ‘Veur’ werd vaker dan ‘vuur’ in Holten gesproken, maar ‘hoes’ kwam in Holten niet voor. Dat werd door andere taalkundigen ook weer gesignaleerd met verkleinwoorden ‘-jen’ of ‘-ken’). Twentse woorden als ‘onmeunig’ (‘geweldig’), ‘aait’ (‘atijd’) komen niet in Holten voor, maar ‘bokse’ (broek) weer wel, aldus het Woordenboek van Overijssel. Rijssen is Twents, maar sommige typische Twentse woorden hebben er (nog?) geen ingang gevonden.

Holtrijs, Rijsholt of gewoon Holten-Rijssen?

Ik blijf met deze wandeling in één gemeente, Holten-Rijssen, dat in 2001 ontstond bij een gemeentelijke herindeling. Er kwamen peilingen en veel emotioneel debat over de naamgeving. Allerlei varianten kwamen voorbij: Borkeld, Biggekerke, IJsselregge, Markestad, Tweebergen, Vierwouden, Bergerveen, Holtrijs en Rijsholt. Uiteindelijk bleef  een vlees-noch-vis naam ‘Holten-Rijssen’ over: 52% procent van de inwoners koos voor deze dubbelnaam.

 

Holtens Nieuwsblad, 28 september 2000

Canadees ereveld

Mijn wandeling start op station Holten. Ik loop noordwaarts over 1,5 kilometer Pieterpad en sla bij de Wellenbergweg rechtsaf naar het Canadese ereveld en het informatiecentrum over de 1.394 graven van de in de buurt gevallen Canadese soldaten die Noord- en Oost-Nederland bevrijdden. Iedere grafsteen heeft een persoonlijk verhaal. Het is een van de bekendste herdenkingsplaatsen in de provincie. 

Het is een tweede markering uit de oorlog, na de V1-installatie aan de Oerdijk tussen Lettele en Okkenbroek. Dit monument met meer dan duizend graven is indrukwekkend, al die jonge ‘privates’ die ver van huis hun leven voor onze vrede gaven.

Na een stiltemoment vervolg ik het Marskramerpad dwars over de Holterberg. Ik zie eekhoorntjes eikeltjes verzamelen, maar verder is het heel erg stil. De wandeling is het bos is zo’n 4,5 kilometer naar het buurtschap Lichtenberg. Vandaaruit is het in rechtstreekse lijn nog 2 kilometer naar Rijssen.

Paalsleiding

Het Marskramerpad draait met de klok mee om het dorp heen en gaat rakelings langs de ‘Paalsleiding’ in het veengebied tussen Rijssen, Nijverdal en Wierden. Aan het begin van de zeventiende eeuw ontstaat over het veen een nieuw grensconflict. Rijssen wil meer veen, maar dat stuit op verzet. Het noordelijker gelegen Noetsele graaft in 1646 een nieuwe waterleiding die er nog steeds ligt en Paalsleiding wordt genoemd. Dat is overigens niet het eindpunt van de strijd, die op de website van de Historische Kring Hellendoorn-Nijverdal uitgebreid wordt besproken. Er worden grenspalen verwijderd, kuilen gegraven, stenen gezet en convenanten gesloten. Nog steeds zijn er ‘driemarkenpunt’-palen in het landschap aanwezig, zoals op Google Maps is te zien, exact op de gemeentegrens Hellendoorn – Nijverdal (wil je het zelf zien, moet je een stukje op en neer lopen op de Schoneveldsweg. Ik loop naar rechts over deze weg, recht op Rijssen af. De wegen hebben in en rond het dorp opvallend veel eenvoudige, weinig creatieve, straatnamen: Stroweg, Wanweg, Grasweg, Ploegweg, Vlasweg, Sikkelweg, Maïsweg. Over de Nijverdalsweg loop ik door een saai stuk industriewijk. Na het viaduct onder de Reggesingel door volgt het centrumvan het dorp. Ik heb een doel om van het vaste pad af te stappen.

Belcampo

In Oktober van het jaar 1933 verliet ik Amsterdam, de schoonste stad op deze wereld. Ik zag er uit als een soort herenlandloper, zodat arm en rijk zich met mij op hun gemak konden voelen. Overal waar ik heen keek, zag ik een betraand gezicht voor mij; ik kon het maar niet kwijt raken, net als een gebrek in ’t hoornvlies van het oog.

Een herenlandloper. Misschien ben ik dat ook wat meer dan een marskramer. Ik loop inmiddels de tweede wandeling met nieuwe wandelschoenen en probeer in mijn verslagen vooral niet de route te omschrijven en ‘dit is een leuk bankje’-teksten op te tekenen. Ik wil iets meer over de omgeving leren en observeren. En precies dat deed de schrijver Belcampo, pseudoniem van Herman Pieter Schönfeld Wichers, ook. In ‘De zwerftocht van Belcampo‘ uit 1959. Het is een uitgebreid verslag hoe de schrijver, alleen, liftend en wandelend door een groot deel van Europa reist en geld verdient als portrettekenaar. Het is zijn literaire doorbraak. In 1983 herhaalde hij een zwerftocht, nu door oostelijk Nederland op weg naar Brabant en Limburg. De voettocht leidde dit keer niet tot een publicatie.

Belcampo groeide op in Rijssen, dat in de novelle Het grote gebeuren een plek kreeg. Met een flinke dosis ironie beschrijft Belcampo hoe de Rijssenaren zich kunnen opmaken voor de Dag des Oordeels. De ik-figuur schopt het tot de hemel.

De novelle begint zo:

Onze aardbol is rond en alom heerst op haar het woeden der geschiedenis. Revoluties golven, tronen wankelen, kronen rollen, bommen vallen, kreten stijgen op, bloed vloeit.

Maar één gemeente ken ik, die daar ligt, nog even onberoerd als op de dag der schepping—Rijssen. Wat zeg ik? Rijssen ligt? Nee, Rijssen lag, want Rijssen is niet meer, niets is meer, ook jij lezer, bent niet meer. Lees dit verhaal en weet, dat je niet meer bent.

Belcampo stierf in de stad Groningen op 2 januari 1990. De schrijversnaam, voor wie het, zoals ik, niet wist, is een vertaling van zijn achternaam (Schönfeld). Ik wil mijn voettocht van vandaag daarom in stijl en met een buiging afronden bij het graf van de schrijver, gelegen op de Oude Begraafplaats. De schrijver rust naast zijn vader.

‘Wij zoeken Belcampo, wij hadden speciale opdracht!’

Dat was meer dan ik ooit had durven dromen. Met een: Daarissie-dan! rukte ik mijn masker af en bevond mij op het zelfde ogenblik door vijf jubelende engelen omringd.

En bij de heldere tonen van een vijfstemmig koraal werd ik in de zachtste, blankste armen met rustige vleugelslagen opwaarts gevoerd.

(bron: Belcampo. Het grote gebeuren, 1959)

Routedetails

Wandeling

Holten – Rijssen

Afstand

15 km

Kenmerken

Glooiend landschap, weide en bos, dorps

Plaatsen

Holten – Ligtenberg – Rijssen

OV Start

NS Station Holten

OV Eind

NS Station Rijssen