Op Hemelvaartsdag ben ik verder gelopen. Ik heb tijdelijk het Rivierengebied verlaten om over de Utrechtse Heuvelrug en de Gelderse Vallei naar Wageningen te gaan. Dat levert een lunchdate op met Suzan en Andy in Veenendaal, een onverwachte ontmoeting met Gerard Reve en een loop langs het Valleikanaal (terwijl iedereen Grift zegt).

Het heuveltje van Sint Cunera

Mijn etappedag begint midden in het dorp Rhenen met uitzicht op de Cunerakerk, vernoemd naar de eerste vrouwelijke heilige van ons land. Cunera reisde met de heilige Ursula (en nog 11.000 maagden) mee op bedevaart naar Rome. Met de maagden loopt het slecht af, maar Cunera wordt gespaard en komt in Rhenen terecht. Daar leeft ze nog lang en gelukkig. Had je gedacht. De maagd wordt gewurgd en begraven in een paardenstal. Pas later wordt ze gevonden en herbegraven door koning Radboud op wat nu het Cuneraheuveltje heet.
Ik parkeer mijn auto in de buurt en ik loop langs Libanees restaurant Al Orzaal naar de bushalte in de Herenstraat. Bus 50 brengt mij naar het beginpunt voor vandaag waar ik op Dodenherdenking was gestopt: Amerongen-Dorp.

Met wat tapas-snacks bedwing ik de Amerongse Berg, bijna 70 meter hoog. So easy met een altijddurend vogelconcert:

Het is heerlijk dwalen door de bossen. Google Maps kan hooguit als kompas dienen, want localisering is onzuiver. Dus lopen op de zon, het mos op de bomen en eigen richtingsgevoel. Voorbeeld: ik zie op Google Maps dat het Egelmeer dat ik wil passeren op 1 kilometer afstand ligt. Dat is ca. een kwartier wandelen. Ik komt mij vreemd over. Ik neem een hoek en pats… sta voor het schitterende meer. 

Ik passeer het engelachtige meer – zo heette het Egelmeer nog in 1815 – en loop via landgoed Prattenburg vol met bloeiende rhodondendrons en zeventigplussers naar de rondweg. Door het dwalen heb ik de ruim 4000 jaar oude grafheuvels in het bos gemist. Die zijn sowieso moeilijk te herkennen. Vaak zijn het ophogingen en kunnen net zo goed ophogingen door stuifzand. Acht jaar geleden bleek bij een archeologisch onderzoek een prehistorische grafheuvel slechts een grindhoop te zijn uit de vorige eeuw.

Het Veenendaal van Gerard Reve

De lunch is een zeer aangenaam weerzien met uitgever Andy en Suzan.  Suzan gaat een dag later naar Iona. Andy vertelt over de 91-jarige zangeres en actrice Thérèse Steinmetz en de overleden schrijver Gerard Reve. Hij wijst mij erop dat Reve twee jaar in Veenendaal heeft gewoond met zijn geliefden Woelrat en Teigetje. Andy biedt mij aan langs het huis aan de Boslaan te rijden. Reve schreef eens aan Simon Carmiggelt dat Veenendaal “een deerlijk plaatsje, omzoomd door schone bossen” is. Dat klopt. De brieven aan Simon C. zijn in boekvorm verschenen. Carmiggelt schrijft over de correspondentie in ‘Met de neus in de boeken’.

Toen hij in het voorjaar van 1971 in Veenendaal woonde kwam hij, op een ochtend, bij mij binnenlopen omdat hij, voor een bezoek aan de tandarts, toch in de buurt van mijn huis moest zijn. Wij praatten over zijn werk. Hij was bezig aan De taal der liefde. Maar door zijn depressies kwam het boek moeizaam tot stand.
Ons gesprek leidde tot een hernieuwd contact en een zeer uitgebreide correspondentie, die een paar jaar duurde. Hij nam negenendertig van de aan mijn vrouw en mij gerichte brieven – enigszins bewerkt – op in De taal der liefde. Mijn aandeel in de correspondence heb ik nooit in zijn geheel gepubliceerd.
Gerard Reve is een auteur wiens brieven óók literatuur zijn. Ik heb aan de mijne minder zorg besteed. In Mooi kado nam ik enige leesbare fragmenten op. Nu Reve zijn omvangrijk boek Brieven aan Simon C. heeft gepubliceerd, heb ik de keuze uit mijn antwoorden aanzienlijk uitgebreid, omdat ze voor de talloze lezers van zijn werk wellicht, als aanvulling, belangwekkend zijn. Ter aanmoediging -Reve zelf verklaarde op zaterdag 15 januari 1983 in een interview dat hij Het Parool toestond, over mij, als correspondent: ‘Hij heeft me nog nooit een brief geschreven waar iets in stond.’ Zware kost is het dus niet.

Andy en ik rijden naar de Boslaan in de buurt Gezonken Hoek. In de straat hangen oranjevlaggetjes, mogelijk nog van Koningsdag. Nummer 34 is een hoekhuis uit 1949. 83 vierkante meter groot. Energielabel D. Waarde onder de vier ton.
Het huis is geblindeerd om pottenkijkers buiten te houden. Andy vertelt een detail over de huidige bewoners. Aan de zijgevel is een plaquette aangebracht met een tekst van de volksschrijver „In Veenendaal heb ik een evenwicht gevonden, dat ik nooit eerder in mijn leven heb gekend. Eindelijk ontplooit zich mijn talent in volle kracht“, schrijft Gerard Reve begin jaren zeventig in een brief aan Josine M. Naast de voordeur is een kleine vermelding bevestigd aan de muur: 

Hier woonde in 1971/1972 Gerard Reve.
Schrijver en dichter.

Valleikanaal of De Grift

Andy zet mij af op de hoek van de Rauwevelseweg en de Veenweg. Suzan en Andy gaven mij de tip om langs De Grift te lopen naar Wageningen. 

Voor het bruggetje over het water sla ik rechtsaf de Veenweg op. Het geasfalteerde pad loopt langs de Grift, dat eens is hernoemd in Valleikanaal. Het gegraven kanaal voor turfwinning was ooit naar bisschop David van Bourgondië vernoemd. Een vernoeming naar een katholieke bisschop past niet in het gereformeerde dorp. Op oude kaarten zie ik ‘De Grift’ (1870, 1915), ‘De Greb’ (1894), ‘De Grebbe of Grift’ (1920, 1935, 1961), ‘Valleikanaal of Grift’ (1966) en ‘Valleikanaal’ (vanaf 1985). Ten noorden van Veenendaal heet de afwatering al langer ‘Valleikanaal’, maar kende ook namen als ‘Broekersloot’ (1950)’ en ‘De Grift’ (1815) of gewoon ‘Eem’ (1815). Kaartenmakers hadden het maar moeilijk met de afwatering annex kanaal.  

Precies die twee functies – afwatering tegen hoog water en kanaal voor economische ontwikkeling – blijft de gemoederen decennialang bezig houden. Dat komt voor het eerst tot uiting op het Eerste Congres voor Binnenscheepvaart in Amsterdam, georganiseerd door de Schippersvereeniging ‘Schuttevaer’ in het najaar van 1913. Congresgangers bepleiten voor de aanleg van nieuwe kanalen, zoals door Twente.  Een notabele inwoner uit Bennekom bepleit voor een Kanaal door de Gelderse Vallei. 

De 60 kilometer kortere vaart tussen Amsterdam via Amersfoort en Arnhem naar Duitsland zou veel voordelen hebben ten opzichte van de Keulse Vaart. ‘De handel en industrie van vele plaatsen zouden door het kanaal ten zeerste gebaat worden’, schrijft de Zutphense Courant van 20 september 1913.

De bijeenkomst in Amsterdam leidt tot de oprichting van de vereniging ‘De Gelderse Vallei’. In 1919 presenteert de vereniging een plan in de geest van de verbering. Er volgt een jarenlange strijd tussen de plannen in de Vallei en de plannen om het Amsterdam-Rijnkanaal aan te leggen. Een politieke wedstrijd tussen de Vallei en plaatsen als Utrecht. De aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal wint in 1931 het bid. De gesprekken over verbetering van de afwatering tussen Rhenen en Amersfoort blijven echter doorgaan. In de crisisjaren ’30 komt er uiteindelijk een werkverschaffingsproject. Met het oog op de dreigende oorlog kwam er een militair argument bij: het kanaal kan als tankgracht dienen. Hoewel het kanaal niet op tijd klaar is, kan wel een deel van de streek worden geïnundeerd.

Zes joekels

Tegen deze achtergrond loop ik over het kronkelende pad. Er zijn veel tegenliggers. Steppen, fatbikes. Grietjes met lange rokken. Oude echtparen in nette kleding. Zussen op de elektrische fiets. Een babboe bakfiets.

En veel vogelspotters die het hoogveen afturen. Ik zie, zonder verrekijker, veel weidevogels in het hoogveen. Ik hoor, zonder oordopjes in, veel zangvogels in het riet. 

En ik zie een visser met twee telescoophengels en een grote grijze visparaplu. “Nog wat gevangen”, vraag ik. “Nee, helemaal niets” sipt de man. Een oudere heer met strooien hoed, staat zwijgend naast de visser. Misschien zit hij gewoon op een verkeerde stek. Een stuk verderop, aan de andere kant van de metalen fietsbrug staat een scooterman te praten met een echtpaar. “Ze denken dat je beter ’s nachts kunt vissen met een brolly. Onzin! Ik vis overdag en dan vang ik hier op een middag zes joekels.” Ook dat is De Grift.

Ik laat de provincie Utrecht nu echt achter mij en loop langs het weerstation Veenkampen op weg naar Wageningen. Het weerstation is onbemand. Volledig automatisch worden graphs van allerlei meteorologische parameters bijgehouden. Bij thuiskomst zie ik hoe het weer statistisch was op het moment van passeren om vier uur. 

Met die prettige weersomstandigheden loop ik langs het Nieuwe Kanaal de ‘life science city’ Wageningen in langs met onduidelijke en inwisselbare bedrijfsnamen in de food valley als:

  • AgroCares
  • ClearDetections
  • BioPartner Center
  • Synthite
  • Tanatex
  • Greencovery

Bij de eindhalte van de bus die mij terugbrengt naar Rhenen, peins ik mij suf wat er in die panden wordt geresearched, ontwikkelt en vermarkt. Ik kom er maar niet op.

Routedetails

Amerongen – Amerongse Bos – Veenendaal – Wageningen

Afstand

23 km

Kenmerken

bos, literatuur, weide

Plaatsen

Amerongen, Veenendaal, Wageningen

Vervoer begin/eind

Begin: bushalte Amerongen-Dorp bus 50 van/naar Wageningen / NS Driebergen-Zeist/NS Utrecht-Centraal
Eind: centrum Wageningen (eveneens bus 50 Wageningen – Utrecht)

Vogels

  • Grutto
  • Wulp
  • Tureluur
  • Kievit
  • Fazant
  • Aalscholver
  • Visdief
  • Grote Karekiet
  • Kleine Karekiet
  • Gekraagde Roodstaart
  • Gele Kwikstaart
  • Fitis
  • Tjiftjaf
  • Rietzanger
  • Bosrietzanger
  • Pimpelmees
  • Roodborst
  • Koekoek
  • Veldleeuwerik
  • Ooievaar
  • Zwarte kraai
  • Slobeend
  • Meerkoet (met jong)
  • Wilde eend
  • Blauwe reiger