Een ontmoetingswandeling. Zo noem ik deze zesde etappe van station Haarlem verder noordwaarts tot station Driehuis. Ik wandel deze zaterdag de hele route samen met Nicolien Smits. Ik ken haar ‘van Facebook’. Het is gezellig om al wandelend elkaar te leren kennen en van gedachten te wisselen over wat we zien, wie we zijn en wat ons beweegt.

Ik loop station Haarlem via de noordkant uit en zie straatpoezië. Het zijn teksten van Godfried Bomans: “Men gaat op reis om thuis te komen” staat op een gevel naast de fietsenstalling van het station. Ietwat verderop, in dezelfde stijl: “Ook deze tijd zal eenmaal de de goede oude tijd worden“. De teksten zijn geplaatst in 2021 op initiatief van de stichting Literair Haarlem.

Huis ter Kleef en het Beleg van Haarlem

Ik steek de Kennemerbrug over en sla links af, langs het Museum van de Geest – Dolhuys. Dat museum ‘beheert het erfgoed van de geest’: een historische collectie over geestelijke gezondheidszorg in de volle breedte. Ik dwaal wat door het wijkje Kleverpark en kom uit bij de Haarlemmer Kweektuin, het hippe duurzame stadspark met een paddenpoel, een kabouterpad, een zelfoogsttuin en aanbod van yogalessen. Op het terrein staat de ruïne van het Huis ter Kleef, zodat de naam Kleverpark direct is verklaard.

Het oudste deel van het huis wordt gedateerd in de tweede helft van de 13e eeuw. Vanaf 1403 is het huis eigendom van Margaretha van Kleef, gravin van Holland, Henegouwen en Zeeland én hertogin van Beieren. Toe maar. Ze is de tweede vrouw van Albrecht van Beieren. Lang kan Margaretha niet genieten van haar Haarlemse stulpje: acht jaar later in 1411 overlijdt ze. Haar huwelijk met Albrecht van Beieren (in 1404 gestorven) eindigt kinderloos. In de jaren na haar dood verwisselt het Huis enkele keren van familie. In 1492 komt het huis in bezit van de adellijke familie Brederode.

In de Tachtigjarige Oorlog verschijnen op 11 december 1572 Spaanse troepen bij Haarlem. Soldaten worden onder meer ondergebracht in het Leprooshuis, het huidige Museum van de Geest. Het Huis ter Kleef wordt het hoofdkwartier van het Spaanse leger. Een blitzkrieg blijft uit, Haarlem houdt stand. Zeven maanden lang wordt Haarlem belegerd (het beruchte Beleg van Haarlem) met hevige Spaanse beschietingen van stadsmuren en poorten, alsook bombardementen tot in de Grote of Sint Bavokerk. Daartegenover staan guerrilla-acties van de Haarlemmers en de acties van Kenau Simons Hasselaer. Het is een slopende David tegen Goliath-strijd die de inwoners van de stad uiteindelijk verliezen.

De Haarlemmers geven zich op 13 juli 1573 over nadat enkele maanden eerder de bevoorrading (eten en wapens) vanuit Amsterdam stagneert als eenmaal de slag om het Haarlemmermeer wordt verloren. Dat zorgt voor honger, armoede, ziekte en gebrek aan geschut. Iedereen beseft dat de stad verloren gaat.

Het aantal executies na de val van de stad is enorm. De Spanjaarden gaan zelfs over op massaverdrinking in het Spaarne als er geen touw meer is voor de galgen. Het Spaanse leger blaast na de overwinning het Huis ter Kleef op. De ruïne is nu de blijvende stille getuige, ernaast het huidige kabouterpad op het terrein van de Kweektuin.

Beleg van Haarlem, 1572, rechtsonder het Huis ter Kleef

Zusters van de Goede Herder

Na mijn korte stop in de Kweektuin – nee, niet voor een yogales – ontmoet ik Nicolien bij haar thuis. We bespreken de route en gaan op weg. We lopen onder het spoor door en over de Dennenweg langs de Ark-gemeenschap, bekend van de Nederlandse priester Henri Nouwen. De Ark is gevestigd op het landgroep Dennenheuvel, voorheen het kloosterterrein van – haalt adem – de Congregatie van Onze Lieve Vrouw van Liefde van de Goede Herder. Deze Zusters van de Goede Herder verlieten in 2014 Bloemendaal.

Ze komen in het nieuws nadat bekend wordt, dat jonge meisjes jarenlang dwangarbeid moesten verrichten. Volgens NRC gaat het om duizenden jonge meisjes die in de wasserijen en naaiateliers van de kloosters werkten voor Vroom en Dreesmann en het Koninklijk Huis. Dat leidt eerder dit jaar tot een rechtszaak die negentien vrouwen aanspannen tegen de congregatie. De vordering tot schadevergoeding wegens dwangarbeid wordt afgewezen: de zaak is verjaard aldus de rechtbank Noord-Holland:

De rechtbank concludeert dat het beroep van de Goede Herder op verjaring niet onredelijk is en wijst de vordering van de vrouwen daarom af. De rechtbank stelt voorop dat alleen in uitzonderlijke gevallen een uitzondering kan worden gemaakt op de verjaring. De rechtbank is er niet van overtuigd geraakt dat de Goede Herder alle meisjes in haar instellingen in de periode 1951-1979 bewust heeft getraumatiseerd om volgzaamheid af te dwingen. De rechtbank is er ook niet van overtuigd geraakt dat het verblijf bij de Goede Herder voor alle vrouwen over de hele periode 1951-1979 dezelfde gevolgen heeft gehad. 

 

Tijdens de wandeling hebben we deze geschiedenis niet paraat. We praten vooral over de goede werken van de Ark, de zelfoogsttuin op het landgoed en – als we de Sint Theresiaschool zien en de katholieke Adelbert-begraafplaats – of Bloemendaal een katholieke enclave is.

Krankzinnigenwet

We lopen langs de hockeyvelden van Bloemendaal en vervolgens een lang stuk over de Brederodelaan. We zien links het voormalig Provinciaal Ziekenhuis Meer en Berg uit 1849. Het is de tijd dat psychiatrische patiënten bij voorkeur ver uit de maatschappij worden gehouden. (Zoals ik vorig jaar over het terrein van het psychiatrische complex Willem Arntz Hoeve in Den Dolder liep, eveneens een ‘buitengesticht’). 

Dit gebeurt onder werking van de  ‘Krankzinnigenwet’ uit 1841. Deze wet werd pas in 1994 vervangen door de Wet Bopz, later Wvggz), als langzaam de maatschappij vindt dat de opname en verzorging van psychiatrische patiënten naast inrichtingen veel kleinschaliger geholpen kunnen worden.

‘Meer en Berg’ wordt in 1986 gesloten. Het pand dreigde te verpauperen, zegt Nicolien, en wordt na jaren trouwtrekkerij omgebouwd naar luxe wooneenheden. Dat trekt de aandacht van RTL die het droomhuis van Stefan en Heleen bezocht.

Ruïne van Brederode

Van luxe wooneenheden naar een volgende aloude ruïne is maar elf minuten lopen. De ruïne van Brederode ligt aan de Velserenderlaan, achter het tennispark en tegenover de ‘saunatermen’ Ridderrode, dat ‘is geïnspireerd door legendes uit alle windstreken’. Het kan verkeren, zou de dichter Bredero – afstammeling van de grote geus Hendrik van Brederode – zeggen.

We bezoeken de resten van het oude kasteel uit de 13e eeuw. Brederode komt van ‘brede roede’ of ‘brede rode’ – een breed stuk gekapt bos om de grond voor landbouwdoeleinden te kunnen gebruiken. Het kasteel stond op strategische grond op een uitloper van strandwallen. De brede IJ (‘Ye’) zorgde ervoor dat het Noorderkwartier over land alleen was te bereiken langs de kust (klik op de afbeelding voor een vergroting). Ten noorden van het Ye waren de meren Schermer, Beemster, Purmer, Wormer, Sternmeer nog lang niet drooggelegd.

De heren van Brederode zijn behoorlijk hoge adel voor Hollandse begrippen. Ze schuurden tegen de graven van Holland aan en beleenden diverse heerlijkheden. Een heerlijkheid is een stuk rechtsgebied waarover een heer gezag had uit naam van een graaf, hertog, bisschop of vorst. Een lagere overheid dus, een voorloper van wat we nu gemeente noemen. Praktisch is het dat gebied waar de rechten golden. Heerlijkheden werden verworven door erfenissen, huwelijken, schenkingen of landje-pik.

Het kasteel werd gesticht door Willem I van Brederode en zijn vrouw Hillegonda van Voorne. Er is weinig van hen bekend, maar wel dat ze bijvoorbeeld te kerke gingen in de Engelmunduskerk in Velsen-Zuid. Sterker nog, in 1967 werd hun dubbelgraf aan de noordzijde van de kerk gevonden.

De Brederodes hadden meerdere heerlijkheden. Die van Santpoort was de eerste, maar ze zaten bijvoorbeeld ook in Schoorl, Bergen (NH), Vianen en Papendrecht. Daardoor hadden ze behoorlijk wat status vergaard. Kasteelheer Willem van Brederode staat in de lijn van achttien heren van Brederode. Enkelen van hen speelden voorname rollen in de Nederlandse geschiedenis. Zo was Reinoud I (1336-1390) een belangrijk leider van de Hoeken ten tijde van de Hoekse en Kabeljauwse twisten, knokt (en sterft) Walraven (ca. 1370/2-1417) in de Arkelse oorlogen tegen Jacoba van Beieren en is Walraven III onderhandelaar over het Twaalfjarig Bestand in de Tachtigjarige Oorlog. Misschien wel de meest bekende van deze adel is Hendrik van Brederode (1531-1568). Hij was lid van het Eedverbond der Edelen en bood samen met Lodewijk van Nassau het ‘Smeekschrift der Edelen’ aan Margaretha van Parma aan, om de inquisitie te stoppen. De edelen werden vervolgens geuzen genoemd naar de aan de adviseur van Parma toegeschreven uitspraak N’ayez pas peur Madame, ce ne sont là que des gueux – “Wees niet bang mevrouw, het zijn niet meer dan bedelaars”. Hendrik ging daarna als de Grote Geus door het leven. In 1568 werd bij door de Raad van Beroerten veroordeeld tot de dood. Maar ja, hij was toen al in Duitsland overleden.

Eerste crematorium (1913)

Nicolien en ik lopen na deze historische stop door over de Velserenderlaan. We eten een ijsje bij de brasseriehoeve Duin en Kruidberg – zoals op veel plekken eerst een boerderij met wat extra’s, en nu een uitspanning, met speelveld, groot terras, en ambachtelijk ijs. We slaan af, de duinen in en lopen zigzaggend ‘op de tast af’ richting Driehuis. 

Het eindpunt is uiteindelijk station Driehuis, maar daarvoor wandelen we kort over de begraafplaats Westerveld. Het is één van de oudste particuliere begraafplaatsen van ons land met het allereerste crematorium uit 1913 naar een ontwerp van architect Marius Poel, die na zijn dood in 1933 alhier werd gecremeerd.  

Het crematorium werd geopend door de arts dr. C.J. Vaillant. Bij de opening in 1913 sprak hij de wens uit zelf in de ovens te verdwijnen. Dat lukte een half jaar later, in april 1914, werd de arts als allereerste Nederlander in de geschiedenis sinds het crematieverbod van Karel de Grote uit 785 gecremeerd.

Deze eerste crematie was bovendien illegaal, bedoeld om een proefproces uit te lokken. Uiteindelijk vonniste de rechtbank vrijspraak, omdat nergens in de wet stond dat cremeren was verboden. Vanaf dat moment werd cremeren oogluikend toegestaan. Pas in 1955 werd cremeren wettelijk geregeld.

Enkele Nederlanders die op Westerveld zijn gecremeerd:

 

  • jurist Coen van Deventer (1915)
  • politicus Domela Nieuwenhuis (1919)
  • schrijver Louis Couperus (1923)
  • predikant Carel Kindermann (1926)
  • arts en feministe Aletta Jacobs (1929)
  • schilder Isaac Israels (1934)
  • dichter J. Slauerhoff (1936)
  • vliegtuigbouwer Anthony Fokker (1939)
  • zanger Louis Davids (1939)
  • schrijver A.M. de Jong (1943)
  • schrijfster Top Naeff (1953)
  • artieste Heintje Davids (1975)
  • balletdanseres Olga de Haas (1978)
  • schaker Max Euwe (1980)
  • tv-presentator Willem Ruis (1986)
  • politicus Joop den Uyl (1987)
  • zakenman Gerrit Jan Heyn (1987)
  • tekenaar/graficus Anton Pieck (1987)
  • schrijver G.L. Durlacher (1996)
  • schrijfster Willy Corsari (1998)
  • acteur Lex Goudsmit (1999)
  • zanger/cabaretier Bram Vermeulen (2004)
  • stripauteur Marten Toonder (2005)
dr. C.J. Vaillant

We vragen in Petit cafe Westerveld of er een wandeling bestaat (zoals op het Haagse Oud/Nieuw Eik en Duinen, of het Amsterdamse Zorgvlied). We krijgen een A4-plattegrond met vele slingerpaden en vakaanduidingen, maar daar kunnen we niet veel mee. Op de website zie ik achteraf dat de publicatie ‘Westerveld: een monumentale ontdekkingstocht’ te bestellen is. Jammer dat het niet ter plekke beschikbaar was. We dwalen wat, en lopen bij toeval en al op weg naar de uitgang, langs het graf van schrijver/programmamaker Boudewijn Büch (1948-2002).

Achter hem is een gedenkplaats van een jong meisje. Onder een bankje liggen spiritusflessen om het vlammetje bij het graf altijd brandend te houden.

Routedetails

Wandeling Haarlem – Driehuis

Afstand

13 km

Kenmerken

Stad, duin, ruïne

Plaatsen

Haarlem
Bloemendaal
Santpoord-Zuid
Ruïne van Brederode
Duin en Kruidberg
Begraafplaats Westerveld
Driehuis

OV start

NS-station Haarlem

OV Eind

NS-station Driehuis

Gespotte natuur

  • witte koeien
  • nachtegaal
  • (vast meer, maar teveel gekletst tijdens het wandelen)