Bijna twee maanden geleden liep ik etappe 12. Het was toen zo warm dat ik een zomerstop heb ingelast. Dat was 4 juli in Sneek.

Weer opstarten deze maand kostte echter wel wat. Door Friesland lopen betekent veel, heel veel weiland, bijvoorbeeld langs de waterwegen: de trekvaarten, de kanalen en de oude veenriviertjes. Dat heeft zijn eigen charme. De meest welkome onderbrekingen zijn de stadjes en terpdorpen. Tijdens deze etappe 13 is dat niet anders. Het land is vlak, het raaigras groeit of is net gemaaid, de koeien staan nog lang niet op stal. 

Ik heb in de voorbereiding getwijfeld. Nog meer weiland leidde tot een geanimeerd gesprek op Facebook over de ‘saaie weilanden’. Het is bovendien een tijd van veel spoorwerkzaamheden in het weekend. Sneek per trein is ondoenlijk ver. Heen en weer kost zo’n 8 uur reistijd.

Ik besluit daarom om vroeg te vertrekken met de auto om vanuit Sneek noordelijk in ieder geval tot aan Mantgum te lopen. Dat doe ik om een geschiedkundige reden. Hier loopt de grens van Westergo met Oostergo. Ik volg de loop van de Zwette (‘De Swette’) en het aloude Boorndiep (dat nu nog het water is tussen Ameland en Terschelling).

De Zwette was lange tijd een grenssloot. De wegen langs het veenriviertje maken onderdeel uit van het Elfstedenpad, herkenbaar aan de rood-gele paaltjes voor streekpaden. In juli heb ik tussen Stavoren. Hindeloopen en Workum al een stuk van dit fraaie pad gelopen.

De Middelsee was tot in de Middeleeuwen één van de zeearmen in het noorden van het land. Het kliefde Friesland in tweeën, met de Westergo en Oostergo. Waar het woord ‘go’ van Westergo en Oostergo vandaan komt is niet precies te zeggen. Lang werd gedacht dat ‘go’ afkomt van ‘gouw’, dat graafschapsgebied betekent. Een andere verklaring is dat ‘go’ komt van het Friese ‘gea’ dat landschap, gewest of streek betekent. Weer een andere betekenis is dat ‘go’ zoveel als ‘grootkerspel’ betekent – het kerkelijke gebied van enkele kerkdorpen met een moederkerk (later zouden we dit: dekenaat noemen).

Vanuit etymologisch oogpunt kan ook de uitgang ‘um’ en ‘wert’ worden verklaard. Die verraden de wierden en terpen in de streek: Scharnegoutum, Dearsum, Boazum, Ruduzum, Birtswert, Jorwert… allemaal plaatsen op een terpheuvel.

Een cafeetje in Sneek

Ik loop het centrum van Sneek uit nadat ik de Waterpoort heb gegroet, hét symbool van de stad. Er vlakbij ligt ‘Het Lemster Veerhuis’, een voormalig café dat cartoonist Frits Smid gebruikte om – in stripvorm – het lied ‘Sneker Café’ van drs. P. uit 1973 te verbeelden.

Met drs. P. in mijn hoofd loop ik de stad uit en hoop geen wolven tegen te komen. Die kans is erg klein, want het is geen winter en ik ga niet naar Omsk. (Dat is net te ver weg en Igor, Natasja, Sonja en de kleine Pjotr zijn er sowieso niet bij). Ik kom daarom al snel in Scharnegoutum, het eerste dorp waar de Elfstedentochtrijders doorheen schaatsen en minder dan 100 werst ver. Het is hooguit 2 of 3 werst.

Scharnegoutum is een echt terpdorp. De terp rondom de Maartenskerk is kleiner geworden om uitbreiding na de Tweede Wereldoorlog mogelijk te maken. Ik volg het Elfstedenpad, eerst langs de Zwette, dan langs het spoor tot in Bozum (Boazum). Ik zie allerlei vogels. Een groep witte zwanen vliegt over, in het water zwemmen wat woerden en een enkele meerkoet. De karekieten van voor de zomerstop zijn stilgevallen. In de weilanden zie ik kieviten en ganzen; ik kan niet onderscheiden welke soort ganzen. Ze maken zich klaar om weg te trekken, hoezeer herfstig weer ver weg lijkt.

Jezus zonder baard

Scharnegoutum is kleiner, maar Bozum telt nog minder zielen: net iets meer dan 400. Ik wandel op de Martinuskerk af en zie dat de deur open staat. Er staat een fiets, dus er zal iemand zijn. Ik loop naar binnen, roep “hallo” en een vrouw schrikt van mijn stem. “Niet schrikken, goed volk” zeg ik en ik begroet haar. “Mag ik even binnenkijken; niet iedere kerk is op maandagmorgen open.” De vrouw laat mij de kerk zien: één van de oudste en misschien wel de mooiste romaanse kerk uit de twaalfde eeuw die Friesland kent. Ze wijst op een oude muurschildering: in het koor is  het fresco ‘Majestas Domino’ te zien met in het midden een baardloze Jezus (!). Precies een jaar geleden is de restauratie van het aloude fresco voltooid en komt de schildering goed tot zijn recht. Een regelrecht kadootje op deze maandagmorgen! Een gelukstreffer ook, want de vrouw stond op het punt de kerk te sluiten: ze ging een weekje op vakantie.

Bozum is het verrassende hoogtepunt van de wandeling. Het is het tweede terpdorp van de wandeling. De derde ligt een paar kilometer verder naar het noorden langs de Hegedijk: Easterwierrum (Oosterwierum) met in het buurtschap Tsjerkebuorren een alleenstaande kerktoren op de begraafplaats. Vanaf de de Hegedyk zie je de kerktoren boven de bomen uitsteken. Ik houd mijn grote pauze tussen de graven, zwarte kraaien en enkele spreeuwen.

Easterwierrum zelf heeft geen kerk meer in gebruik. De voormalige hervormde kerk is nu in gebruik als vakantiewoning. “De moderne inrichting gecombineerd met de preekstoel en het orgel zorgen voor een bijzondere overnachting die je niet snel zult vergeten.”

De dorpen zijn aan in het oosten aan de Zwette verbonden en in het westen aan de Franekervaart dankzij gegraven vaarten, zoals de Bozumervaart of de Easterwieumer Aldfaert. De Hegedyk loop ik verder af. Het is de oude dijk van de Middelsee. Er is in dit deel van Friesland geen meer of zee te zien.

Ik passeer Mantgum en kom zo op het grondgebied van de gemeente Leeuwarden. Ik zie het ‘Makkiaanse’ Jorwert op de kaart, waar God zou zijn verdwenen maar pionierpredikant Hidde Wagenaar met het Nyklaester God weer terug naar de mensen brengt. Ik zou er graag nog eens heen willen, maar omdat ik mijn benen licht begin te voelen, besluit ik door te lopen naar Weidum om te finishen in Leeuwarden. Want dat zou moeten lukken. 

Middelsee anno 2020

En het lukt. Ik loop langs de nieuwbouwwijk die ‘Middelsee’ heet. De tagline ‘Hier komt iets bijzonders boven water’ spreekt boekdelen. In 2020 begon de verkoop, maar in april 2023 loopt nog niet iedereen warm voor de 3.200 nieuwbouwwoningen tussen spoor, kanaal en bestaande ringweg. Een deelgebied is voorlopig geschrapt, meldt het Friesch Dagblad. Dus of er meer dan drieduizend woningen gaan komen, is de vraag.

Na het Van Harinxmakanaal is het een kaarsrechte weg tot aan het station Leeuwarden. Het is een wijk uit het begin van de vorige eeuw dat het dorp Huizum heeft opgeslokt. Het voorplein van het station is autoluw gemaakt. De bestaande weg is vrijwel geheel opgenomen in de betegeling.

Maurits Cornelis Escher

Ik besluit nog even de stad in te lopen om een kunstzinnige cirkel rond te maken: 2023 is het Escher-jaar. In Den Haag wordt daar veel aandacht aan besteed. Juist dit jaar in Leeuwarden komen, geeft een extra tintje: M.C. Escher werd op 17 juni 1898 in de Friese hoofdstad geboren in het voormalige paleis van prinses Maria Louise van Hessel-Kassel, de moeder van stadhouder Willem IV en enkele jaren regentes van haar kleinzoon stadhouder Willem V. Een eindpunt in stijl.

Routedetails

Sneek – Mantgum – Leeuwarden

Afstand

28 km

Kenmerken

polderlandschap, terpdorpen, Escher

Plaatsen

Sneek (Snits), Scharnegoutum (Skearnegoutum), Bozum (Boazum), Oosterwierum (Easterwierrum), Roordahuizum (Reduzum), Wijtgaard (Wytgaard), Goutum, Leeuwarden

OV start

Arriva-station Sneek

OV Eind

Arriva/NS-station Leeuwarden

Planten

  • Boterbloem
  • Lisdodde
  • Akkerdistel
  • Rode klaver
  • Witte klaver
  • Weegbree
  • Kleefkruid

Vogels

  • Kieviet
  • Zwarte kraai
  • Witte zwaan
  • Meerkoet
  • Wilde eend
  • Buizerd
  • Ganzen