Heerlijk, dat geurige hars. Over de Veluwe lopen is in meerdere opzichten een weldaad voor je hele lijf. Nou, behalve voor je voeten, die door het rulle stuifzand moeten gaan, over smalle paden met boomstronken, oneffenheden en ander ongemak. Maar dat is het meer dan waard en in deze etappe  van Hoenderloo naar Klarenbeek verlaat ik helaas één van de mooiste Natura-2000 gebieden van ons land.

Hoenderloo en dominee Heldring

Mijn wandeling begint in het centrum van Hoenderloo op de plek waar ik de vorige etappe vanaf Radio Kootwijk ben geëindigd: bushalte Centrum aan de Krimweg tegenover de dierenarts en vlakbij de Heldringput. Die put werd gegraven in 1844 door dominee Ottho Gerhard Heldring. Een man die van groot belang is geweest voor de ontwikkeling van Hoenderloo. De put is er een voorbeeld van. Want voordat de put werd gegraven waren de dorpelingen afhankelijk van een regenton. Bij een droge periode moest men kilometers lopen om water te halen uit de vennen in de streek.

Die Heldring (geb. 1804) was mij er eentje. Niet alleen de waterput kwam er dankzij hem. Ook een gesticht voor kansarme jongeren (thans: de Hoenderloo Groep), bond de strijd aan tegen alcohol, jenever om precies te zijn getuige zijn schotschrit ‘De Jenever erger dan de Cholera (1838), en achtte zichzelf een begenadigd literair schrijver.

De dominee kan als ‘strijder’ van Hoenderloo worden beschouwd. Tijdens een lange zwerftocht over de Veluwe ontdekte Ottho Gerhard Heldring de nederzetting. Het was toen hooguit een knooppunt van enkele wegen met wat huizen. Beekbergen, Otterlo en zelfs Woeste Hoeve waren verder in ontwikkeling. Een gesprek met de enige winkelier in het gehucht deed ds. Heldring ertoe besluiten op te komen voor de armlastige bevolking. Waar je nu via een blog of vlog aan crowdfunding doet, deed de dominee dat via een vurig betoog in de Geldersche Volks-almanak voor het schrikkeljaar 1840 . De gelden stroomden binnen, zeker na de oprichting van de kring ‘Christelijke vrienden’, dat in breder verband kan worden geschaard onder de internationale opwekkingsbeweging ‘Het Réveil’ als het gaat om sociale bewogenheid en armenzorg.

Van de gelden kwam niet alleen een waterput, maar ook een schooltje en de ‘eigen’ Heldringkerk uit 1857-1858 van architect Lensink. De eerste steen van het eenvoudige witte zaalkerkje werd gelegd door domineesdochter Louise. Het kerkje is nu een rijksmonument, vanwege de cultuurhistorische waarde als herinnering aan de ontwikkeling van de ooit uit plaggenhutten bestaande nederzetting Hoenderloo.

Het Marskramerpad loopt niet alleen langs het Heldringkerkje maar, wat later, ook langs de Hoenderloo Groep als opvolger van het opvanghuis uit de 19e eeuw.

Al snel daarna loop ik het landgoed Spelderholt in. Dit deel Veluwe ten noordwesten van Hoenderloo is een bosgebied met veel naaldbomen en is aangelegd voor houtproductie. Ten westen van Beekbergen, maar net niet aan het Marskramerpad is het kasteel Spelderholt gesitueerd. Het landhuis kent bekende inwoners, waaronder jonkeer Teixeira de Mattos, de nazi-rijkscommissaris Seyss-Inquart, na de oorlog prins Bernard en ook prinses Juliana zou er hebben verbleven. Vanaf midden jaren negentig van de vorige eeuw is het pand als ‘Parc Spelderholt’ een ‘uniek concept voor jongeren met een verstandelijke beperking als vervolg op het voortgezet speciaal onderwijs‘. 

‘Perimeter protection’

In dit gebied, alsook tijdens alle etappes tot nu toe en zeker ook de etappes die komen gaan, zijn kilometers hekwerken, omheiningen, schuttingen, dubbelstaafmatten en schuifpoorten aangebracht. In vaktermen heet het  dan perimeter protection. Perimeter is de wiskundige term voor ‘omtrek’. 

Nederlanders houden van hun vrijheid en beschermen hun grond en eigendommen dus met ‘perimeter protection’. Met dank aan Heras Hekwerken, Arfman, ABC of Totaal. De bordjes ‘Blijf van het erf’, ‘Pas op de hond’, ‘Dag en nacht beveiligd’ en noem maar niet op 1 hand te tellen. 

Tegen vandalisme, diefstal. Afbakenen die hap!

Het buitengebied van Hoenderloo is ermee bezaaid. Daardoor kan ik niet fout lopen, zoals eerder wel dankzij de kilometers hekwerk van Defensie rondom het grote Harskampse schietterrein.

Met het verlaten van het Spelderholt loop ik aan de rand van de Veluwe. Ik loop via maïsvelden het dorp Beekbergen in. Het hoogteverschil is merkbaar. Het gaat rap naar beneden van 78 meter naar 22 meter in de Dorpsstraat van Beekbergen. De Dorpsstraat loopt niet over het Marskramerpad, maar ik heb trek in een broodje, die ik scoor bij Bakker Zoet, en wil de hervormde Dorpskerk bekijken. Zoveel om is het nou ook weer niet. 

Voor een terrasje als rustpauze is het te vroeg. Het chinese restaurant Lin Wah, cafetaria Prins, café De Heksenketel..alles is nog potdicht. 

Ik loop de hoofdstraat van het dorp uit, en vervolg over de Achterste Kerkweg richting het Apeldoornse Kanaal. Bij een bankje halverwege pak ik mijn rustpauze.

Ik kijk om mij heen. Boeren zijn de laatste maïs aan het oogsten met een ongekende efficiëntie. Een tractor rijdt naast een enorme hakselaar. Rij voor rij wordt geveld.

Grote trucks rijden af en aan om de oogst te vervoeren.

Maïs moet niet te vroeg en niet te laat worden geoogst. Te vroeg: als de plant nog groen is en nog kan groeien. De bladeren van de kolf moeten idealiter nog groen zijn, zodat de voederwaarde op peil is. Het gaat om percentages, zoals je in dit uitgebreide ‘stroomschema‘ kunt zien. Wat een ongelofelijke efficiëntie en kennis.

Opvallend genoeg zijn er geen meeuwen, spreeuwen of kraaien die overgebleven maïskorrels wegpikken. Er is geen vogel te bekennen. 

Dodenweg

Ik bereik het Apeldoornse Kanaal. De weg langs het kanaal staat bekend als dodenweg tussen Apeldoorn en Eerbeek. De ene keer raakt een bestuurder bekneld, een volgende keer raakt een auto te water en weer een andere keer knalt een auto tegen een boom. Een triest overzicht geeft Omroep Gelderland.. Auto’s jakkeren over de smalle 80-km weg.

Beekbergse Beek

Met gevaar voor eigen leven steek ik door en loop over de Knypn Steghe naar de Beekbergse Beek. Mooie dubbele naam: Beekbergse Beek. De beek is een ‘sprengenbeek (video)‘, door mensen gegraven voor economische doeleinden en enig in hun soort in Europa. Vandaar dat aan deze beek meerdere watermolens staan die nodig waren voor energie, maar ook schoon water voor papierproductie.

De Beekbergse Beek is eigenlijk niets meer dan een smalle sloot die doorloopt tot in Klarenbeek  en verder, richting de IJssel, zoals je ziet op onderstaand kaartje. Nu is de beek meer van ecologische waarde door de variëteit aan planten en dieren (er vloog een sperwer over op zoek naar muizen).

De wandeltocht langs de beek brengt mij in Klarenbeek (wat weer toponymisch is afgeleid van de ‘Klaarbeek’). Het dorp is ontstaan dankzij de Kopermolen die hier staat. Het Marskramerpad loopt door enkele straten van het kleine dorp. De huizen, veelal vrijstaand of 2-onder-1 kap zijn keurig netjes. Tuintje aangeharkt.  Er zijn weinig ‘onderhoudsarme tuinen’. Postbus voor de tuin. Schone kliko’s netjes naast elkaar. Auto’s geparkeerd op eigen terrein. En natuurlijk beeldjes in de tuin. Blote vrouwenbeelden, Boeddhabeelden, kabouterbeelden, vogelbeelden. Klarenbeek is werkelijk ‘klaar’ in de betekenis van helder en in orde.

Het paardenspoor van Klarenbeek

Het dorp is uitgestorven. De speeltuin is leeg. Er is niemand op straat. De kerken gesloten. Wat zouden de mensen hier doen? Is het vervelend om in zo’n strak aangeharkt dorp te wonen?

Een vingerwijzing is misschien te zien op het landgoed Klarenbeek dat aan de oostkant van het dorp ligt. Op de stammen van de beuken op het landgoed zijn veel inscripties te zien. Liefdesverklaring uit vervlogen tijden.

In de laan met de oude beuken pauzeer ik bij een bankje. De pauze is kort, want er vallen mij te veel eikels en beukennoten om mij heen. Ik heb geen helm op en een eikel op je kop zie ik niet zo zitten.

De laatste kilometers van deze etappe loop ik door het landgoed over een voormalig paardenspoor, onderdeel van het Appense Schouwpad. Het paardenspoor werd vooral gebruikt om het hout van de houtzagerij naar het station te vervoeren voordat er een locomotief kon rijden.

Dat is ook de enige reden om Klarenbeek een station te geven. De heer J.R. Ewing uit Dallas, Texas J.R. Krepel, eigenaar van de houtzagerij – en tevens eigenaar van het landgoed –  deelde in 1882 gratis treinkaartjes uit aan de dorpelingen om maar aan te tonen dat het dorp echt een station nodig had. Ik zie hier een parallel met het  ontstaan van station Hollandsche Rading.

Hij deed het echter vooral voor eigen gewin. Een zijspoor liep van de halte naar zijn fabriek, zodat hij op volle kracht sigarenkisten en luxe houten kadoverpakkingen kan fabriceren. Het familiebedrijf Krepel bestaat nog steeds, en biedt ‘timeless woorden packaging‘ aan. De productie is verhuisd naar  het Poolse plaatsje Krotoszyn.

De Zutphense Courant van 3 juni 1882 maakt – slechts in een ‘bijvoegsel’ de opening van ‘de halte’  aan de Oosterspoorweg bekend.

“Vele belangstellenden waren aanwezig of maakten een ridje naar Zutphen of Apeldoorn. Niet alleen voor personen maar ook voor goederenvervoer bestaat hier gelegenheid.

De reden dat het station nog bestaat, kan wel eens komen omdat het baanvak Zutphen – Apeldoorn enkelsporig is en Klarenbeek de plek is waar de treinen elkaar kunnen passeren. 

Klarenbos

Gelukkig is er op weg naar het station Klarenbeek het Klarenbos. Dat zorgt voor een ludieke afronding van de wandeling. Ik loop door een kabouterbos. Aha! Dus dat doen de inwoners van Klarenbeek. Kabouter laten theeleuten en met treintjes laten spelen 🙂

 

Routedetails

Wandeling Hoenderloo – Klarenbeek (station)
(etappesuggestie 9)
Afstand  20,7 km
Kenmerken  dichtbegroeid bos, glooiend landschap, maïs- en akkerbouwgronden, landgoederen
Plaatsen Hoenderloo, Beekbergen, Oosterhuizen, Klarenbeek
(buitengebieden: Spelderholt, Miabank, Bruggelen, Hooilanden, Apeldoorns Kanaal, Beekbergse Beek, landgoed Klarenbeek
OV Start Bushalte Hoenderloo-centrum (bus 108 vanaf NS Station Apeldoorn)
OV Eind NS Station Klarenbeek
(2x per uur Arrivatrein naar Apeldoorn of Zutphen)