‘Gaan we aapjes kijken, ofzo?’ Dat waren eerste reacties op de marketingactiviteiten van Museum Catharijneconvent om bezoekers te trekken naar de tentoonstelling ‘Bij ons in de Biblebelt’. Op vrijdag 12 juli bezocht ik de expositie samen met erfgoeddeskundige Evelyne Verheggen.

Op 9 juni schreef ik het artikel ‘Museum Catharijneconvent goes Biblebelt’. Dat was de aanleiding voor Evelyne Verheggen mij uit te nodigen naar Utrecht te gaan om de tentoonstelling te bekijken. Het viel ons beiden op dat de uitdaging van een dergelijke tentoonstelling is om museale aandacht te geven een groep gelovigen zonder ze te kwetsen.

Die uitdaging zorgt voor een natuurlijk spanningsveld tussen noodzakelijke culturele marketing – dat uitvergroot, inzoomt en reuring moet veroorzaken om bezoekers te verleiden – enerzijds en de inrichting van de tentoonstelling anderzijds – recht doen aan de identiteit ‘biblebelt’.

Daarin zijn de conservatoren van de afdeling Onderzoek & Bibliotheek heel goed geslaagd.

Bij binnenkomst zie je de vele plaatsnamen die verspreid liggen over de Biblebelt. Van Tholen via de dorpen in de Alblasserwaard tot ver in Overijssel. Als een smalle lappendeken doorsnijden ze ons land.

In de openingszaal zijn doorlopende televisiefragmenten te zien. De Biblebelt komt hier zelf aan het woord, en op kale rieten kerkstoelen kun je naar de beelden kijken op twee filmdoeken, met aan weerszijden foto’s van de toegangsweg naar Barneveld. Hiermee is een alternatieve filmzaal geformeerd die tegelijk knus en bedompt is.

In de zalen daarna zie je de belangrijkste publicaties – oude geloofsbelijdenissen – en hoor je preken die er niet om liegen. Je ziet de verdeeldheid en versnippering van kerkgenootschappen met afkortingen waar menig sportclub jaloers op zou kunnen zijn.

Aapjes kijken is het geenszins. Integendeel. De meeste bezoekers – in groten getale – die ik zag kwamen uit de Biblebelt. Ik zag een bevindelijk omaatje en stijve mannen met netjes gestreken geruiten overhemden, en jonge meiden met rokken – die mogelijk uit Hardinxveld met de trein naar het stadse Utrecht kwamen. 

Brede en smalle weg

De focus van de expositie ligt op het verhaal van de brede en smalle weg, onderdeel van de Bergrede in het evangelieboek Matteus. (lees ter achtergrond dit artikel (PDF) van Evelyne Verheggen over de brede en de smalle weg in beeld)

Dat bijbelse verhaal komt op gang als je naar de schilderijen kijkt van de eerste zaal, anders valt de rode draad misschien niet direct op.

De brede weg leidt naar de ondergang via drankorgels, feestpartijen, theater en andere wereldse verleidingen. De smalle weg leidt, vaak via een nauw poortje, in alle eenzaamheid naar het hemelse Jeruzalem.

Doorheen de tentoonstelling zijn beide wegen te ontwaren: op oude schilderijen en nieuw drukwerk, in oude boeken en via moderne media, met stijve minimalistische kerkstoelen en met een wel heel verleidelijke ballenbak, symbool voor de brede weg. Hoezeer er smalle en brede de tentoonstellingszalen breed zijn, is in de opzet van de expositie daar geen rekening mee gehouden (jammer!).

(De brede en smalle weg, J.C. Micker (kopie naar), ca 1650 MCC BMH s511, foto: Evelyne Verheggen)

De brede weg zie ik als metafoor voor de culturele marketing van de tentoonstelling. Dat is nu eenmaal nodig. Bovendien, de billboards met mevrouw Blankensteijn-Morée in zondagse outfit, tonen een vriendelijk lachend oud omaatje dat haar eigen identiteit niet verliest. Of het billboard nu op een station, in een dorpje of in een stadse achterbuurt staat. Dan mogen kreten als ‘een uitgelezen kans’ en ‘unieke en diverse groep’ en ‘ga deze zomer mee op reis’. 

Het wereldlijke is nodig om tot het geestelijke uit te nodigen. 

Toch, of misschien wel juist daarom, is het nodig jezelf als marketingafdeling niet te overschreeuwen, zeker bij dit onderwerp. Anders zou het zijn bij een meer neutralere tentoonstelling over het goud van Egyptische koningen. Of bij een meer provocerende tentoonstelling over fotograaf als Erwin Olaf: daar past uitbundigheid en prikkeling. 

Zo zie ik de tentoonstelling zelf als de metafoor voor de smalle weg. We zien de bevindelijke identiteit van een zeer onderscheidenlijke groep, die zichzelf refo’s noemt (en waarmee je dus niemand kwetst). Je herkent de stereotypen, in kleding (rokken, hoedjes, ‘zwarte kousen’), in gedrag (geen YouTube, geen televisie, geen entertainment), in opinie (geen abortus, zondagsrust, geen homoseksualiteit) en in geschiedenis (afscheidingen en megakerken). Ze willen de smalle weg bewandelen en je leert ze zeer zeker beter kennen. Ze willen via smart-televisies, graffitti en koptelefoons de dialoog met je aangaan. Zo vertellen ze over hun worsteling met internet, entertainment of met seksualiteit en het gezinsleven.< Museum Catharijneconvent is erin geslaagd een integere tentoonstelling te hebben samengesteld, dat zowel een smalle als een brede weg bewandelt. Deze zomer lijkt het Nieuwe Jeruzalem voor refo’s én atheisten in Utrecht te liggen. De tijdelijke tentoonstelling 'Bij ons in de Biblebelt' is te bezoeken van 7 juli tot en met 22 september in Museum Catharijneconvent te Utrecht.