Religie op internet: De rollen die beiden spelen verandert snel. Dat heeft uiteraard consequenties voor de manier waarop wij met elkaar communiceren. Ook de manier waarop zingeving wordt beleefd verandert.

Dat is de IARF, de International Association for Religious Freedom, ook niet ontgaan. Daarom hebben zij Eric van den Berg van ISI Media, specialist in online communicatie met een focus op onderwijs en zingeving, uitgenodigd om tijdens de voorjaarsbijeenkomst op 24 mei in Amersfoort hierover te vertellen.

Religie op internet: You’re in the media business…

Het wordt al snel duidelijk dat Van den Berg de mogelijkheden van moderne vormen van communicatie wil benadrukken. Hij legt de theorie goed uit en lijkt de aanwezigen aan te willen sporen om van digitale communicatie gebruik te maken. Hij benadrukt in de eerste plaats dat het van belang is om op het internet vooral te luisteren. Bovendien is het van belang om kennis gratis weg te geven. Iedereen is hier ook aan gewend. Omdat wij inmiddels alles op Google en Wikipedia kunnen vinden, verwachten wij ook gratis informatie van partijen die wat aanbieden, of dit nu gaat om abstracte diensten of etenswaren.

Van den Berg vergelijkt het, aan de hand van een video van Gary Vaynerchuck, met een wijnverkoper. Vaynerchuck handelt zelf in wijn en vertelt waarom goed gebruik maken van het internet daarbij niet meer weg te denken valt. Vroeger was het genoeg als je alleen goede wijn verkoopt. Tegenwoordig niet meer. Een wijnverkoper moet meer doen: door middel van tekst, afbeeldingen, audio en video op internet informatie geven over wijn. Dan pas kan hij opvallen en gaan mensen misschien zijn wijn kopen. Zoals het in het filmpje klinkt: “You’re in the media business, you sell wine”.

Het internet kan helpen om op een ander betrokken te zijn. “Luister op internet en stel je ontvankelijk op” is het advies van Van den Berg. Jongerenwerkers bijvoorbeeld kunnen hun werk beter doen als ze via Twitter echt naar jongeren luisteren. De toon is daarbij ook vaak licht. Was het internet aanvankelijk nog bedoeld om wetenschappelijk werk gemakkelijk te kunnen delen, web 2.0 stelt mensen in staat ook zaken uit het dagelijks leven te delen. De schattige kattenplaatjes waar het internet bol van staat zijn hier inmiddels een duidelijk symbool van geworden.

Engelen, Erdogan, vliegenmeppers en trollen

Toch kent het internet ook een keerzijde. Als eerste noemt Van den Berg een ‘groundswell’, een soort vloedgolf of sociale trend waarin “mensen technologieën gebruiken zonder dat ze de traditionele instituties nodig hebben”. Iedereen met een blog kan over religie schrijven zonder theoloog te hoeven zijn of daar eerst goedkeuring van een instantie voor te krijgen. Diezelfde instanties kunnen zich hierdoor bedreigd voelen en een kat in het nauw maakt rare sprongen. Van den Berg noemt het voorbeeld van een mevrouw die spontaan een twitteraccount begon voor een beeld van een engel op de Sint Janskerk in Den Bosch, waarna de kerk dit probeerde te evenaren en een krampachtig en ongeïnspireerd alternatief neerzette.

Een gevaar met betrekking tot rechten is uiteraard het recht op toegang tot het internet, dat samenhangt met het recht op toegang tot informatie. Een staatshoofd kan besluiten om de toegang tot het internet voor anderen te beperken, zoals in het geval van de Turkse premier Erdogan die twitter aan banden legde. Twitter kan zo een symbool worden voor de vrijheid van meningsuiting.
Ook bestaat er het gevaar dat op internet de gemoederen hoog op kunnen lopen. Mensen kunnen elkaar de maat nemen, zoals in het geval van de Vliegenmeppers die zich omschrijven als ‘strijdend tegen modernistische vliegen in de Rooms-Katholieke Kerk’. Deze groep kiest er regelmatig voor om online, zoals van den Berg het formuleert “afwijkenden de grond in te schrijven”. Ook het probleem van trolls, mensen die discussies online kunnen saboteren en “choqueren om het choqueren”, wordt genoemd.

Het begint te dagen

Na de presentatie klinkt er uit de zaal toch nog veel kritiek op de nieuwe media. Een man uit het publiek stelt dat het negatieve niet genoeg benadrukt wordt en noemt het gevaar om “in 1001 databases terecht te komen”. Van den Berg reageert rustig op dit soort vragen en ik vraag hem na afloop hoe hij dit soort reacties ervaart. Scepsis hoort er volgens hem bij, maar hij merkt ook dat men zich tegenwoordig meer openstelt. Waar hij anderhalf jaar geleden zelfs nog éérst de helft van zijn presentatie moest wijden aan het wegnemen van scepsis, kan hij nu al meteen de positieve mogelijkheden benadrukken omdat mensen beginnen in te zien dat nieuwe media ook werkelijke kansen bieden.

Het is goed om te zien dat Van den Berg wel de gevaren van het internet erkent, zoals strenge censuur, terwijl hij ook de kansen voor godsdienst benadrukt. Door de spontane en lichte initiatieven aan te moedigen en door goed te luisteren naar wat mensen op het internet zeggen en hier goed op te reageren kunnen religieuze groepen veel resultaat online boeken.

Bron: Zinweb, Lucas van Heerikhuizen