Herman Finkers weet met zijn ‘Missa in mysterium’ de aandacht te verleggen. Dat is de belangrijkste conclusie na het bijwonen van deze experimentele liturgische vorm in de Sint Janskathedraal, afgelopen weekeinde.

door Eric van den Berg

Van het alledaagse naar het kunstzinnige door onder meer de zangkwaliteit. Van de aandacht van het profane naar het heilige, want dit keer geen uitverkocht Carré maar een stampvolle kathedraal. En van de aandacht voor hem naar Hem, want niet de Twentse cabaretier staat centraal maar de viering van het Christus-mysterie. Finkers is als lector hooguit een vrijwel onzichtbaar radertje.

Herman Finkers doet dit: een uur van tevoren dikke rijen voor dichte deuren, een keivolle kerk met mensen van allerlei pluimage: kerkgaande katholieken, nieuwsgierige protestanten, gewone Brabanders en opgewonden fans. En dat ‘slechts’ met een gewone eucharistieviering op een gewone zaterdagavond met wat andere liturgische accenten in muziekkeuze, rituelen en deelname.

Dat is het ware mysterium: dat mensen zich geraakt en ontroerd weten door eeuwenoude gregoriaanse klanken en traditionele Latijnse teksten in een oude basiliek waar eucharistie wordt gevierd. In verstilling en eenvoud. Dat doet de Eeuwige.

Het Schone

De belangrijkste wijziging in de liturgie is dat er niet wordt gepraat en niet wordt ‘gemoraliseerd’. De overweging staat afgedrukt in het misboekje, maar wordt niet uitgesproken door de benedictijnse monnik Marc Loriaux. In plaats daarvan is er scholagezang. De zangeressen van het a capella-koor ‘Wishful Singing’ zijn als de musicerende engelen van het pulchrum aan de voorgevel van de voormalige KRO-studio. Finkers verlegt de liturgische aandacht uit naar dit ‘pulchrum’. Naast het ware (verum) en het goede (bonum) benadrukt Finkers juist het schone (pulchrum). Als theaterman ligt dat voor de hand: de man van de schone kunsten kiest voor een kunstzinnige benadering van de liturgie. Niet voor niets noemt hij het ‘opera’. De vijf zangeressen van ‘Wishful singing’ passen daar uitstekend bij in de rode kleding gemaakt door Rarden Jansen, de rooms-katholieke kleermaker uit Twente.

Sleutel voor kerkbezoek?

Ligt hier een sleutel voor tanend kerkbezoek? Finkers vindt het pulchrum in de liturgie ondergesneeuwd en maakt met de Gregoriaanse meezingmis een kerkelijk statement. “Het Schone (inclusief het oeroude Gregoriaans en het Latijn) werd toch teveel gezien als overbodige franje”, lees je in het als ‘programmaboekje’ vermomde misboekje. Al eerder tekende de Volkskrant uit zijn mond op: “Als ik kardinaal Eijk was, had ik allang contact met mij gezocht. Ik bedoel: de kerk zat eindelijk weer eens stampvol.”

‘Gregoriaans is moeilijker dan ‘Heb je even voor mij?’ aldus Finkers in het voorzingen in de kathedraal. Maar dat vindt niemand bezwaarlijk. De aanwezige bisschop De Korte –  als gelovige in de kerkbanken en niet als (con)celebrant aan het altaar – zeker niet. De hele kerk zingt mee met het Gregoriaans, vanaf de intredezang tot en met de wegzending.

De liturgie is dus een Gregoriaanse meezingmis. Iedereen zingt en is als een zanger in de opera. Die twee elementen – nadruk op het schone en niet op het moraliserende, alsook ‘het volk’ centraal – past in het huidige tijdsgewricht. Daarbij vindt Finkers dat het Gregoriaans thuishoort in de kerk. Iets meer pulchrum en Gregoriaanse traditie zou een sleutel kunnen zijn om tanend kerkbezoek te kunnen keren. Deze ‘mix’ zie je immers ook in snel volgeboekte kloosterweekenden.

Niet iedereen is het daarmee eens, overigens. In Trouw schrijft Hanneke van der Grinten dat ‘Gregoriaanse muziek van ons allemaal is, en niet alleen van de kerk‘. Haar standpunt verduidelijkt ze met een vergelijking: “Toch gaan veel mensen ook naar een concertzaal waar bijvoorbeeld de Missa brevis in D majeur van Mozart wordt ­gespeeld, en niemand in de zaal stoort zich aan het feit dat die muziek daar niet zou horen. Terwijl deze Mozart-mis ­geschreven is voor de liturgie in de ­kathedraal van Salzburg.” Dat vinden de vijf zangeressen van Wishful Singing ook. Op hun Facebookpagina schrijven ze: “Wij vinden dat gregoriaanse muziek óók een plaats verdient binnen de setting van een concert”. Maar, zetten ze erbij: “Dat neemt uiteraard niet weg dat gregoriaanse muziek in de kerk tijdens een mis toch echt magisch is. Dáár voel je de oorsprong van de muziek.”

De Missa in mysterium trekt volle kerken. Het is een samenkomen om met elkaar een kunstzinnig, verstild eerbetoon te brengen aan het Mysterie van de Liefde. Sinds 2016 zorgt dat voor volgeboekte kerken in Oldenzaal, Hoofddorp, Leeuwarden, Den Bosch, Achterveld en Zwolle. Er is een stichting gekomen met als doel dat er een aantal vaste kerken komen voor de opvoering van deze liturgische vorm. Ik zie daar toekomst in. Zoals The Passion – met zijn nadruk op actieve deelname en theater – evangelisatie populariseerde door middel van popliedjes, zo weet Finkers aloude tradities te populariseren. En je weet het vast nog: populair stamt af van het Latijn popularis: bij het volk bemind. En dat heeft succes.