Doorgaans start mijn wandeling met het ochtendkoeren van een houtduif. Zo was dat in Sneek, in Castricum of in Katwijk. Deze zaterdagochtend is dat niet zo: Buitenpost is stil op zaterdagmorgen. Ik stap alleen uit op het stationnetje. Het is stil. Ik loop over de spoorbrug. Stil. Ik loop het dorp uit aan de noordzijde. Ik zie niemand, op een eenzame postbode na die mij met een ‘Hai’ passeert. 

Na 2,5 kilometer steek ik de Strobosser Trekfeart (of Dokkumer trekvaart) over. De trekvaart is gegraven in 1656 en verbindt Dokkum met Gerkesklooster, in de hoop meer scheepvaart vanuit Groningen aan te trekken. De hoge kosten voor de aanleg leverde Dokkum wel een faillissement op. Ze hadden geen stuiver meer over.

De Eerste en De Laatste Stuiver

Over stuivers gesproken. De enkele huizen nabij de brug over de trekvaart vormen het buurtschap ‘De Laatste Stuiver’/De Leste Stuver. De naam verwijst naar de herberg ‘De Stuiver’ gelegen aan de Trekweg naast de vaart. Daar werd de laatste tol betaald.

Maar er is verwarring. Er zijn twee herbergen in omloop: er is een herberg ‘De Eerste Stuiver’ en een herberg ‘De Laatste Stuiver’. Dat suggereert Binnenbuitenpost.nl.  Hoewel de indruk wordt gewekt dat herberg ‘De Eerste Stuiver’ er eerder was dan ‘De Laatste Stuiver’, is dit zeer waarschijnlijk niet het geval.” 

Ook in de regionale pers komen beide namen voor. 

Zo wordt op 17 november 1827 bij kastelein Folker Siebes Kuipers ‘eene huizinge en herberg, met schuur en stalling, hovinge en tuin, benevens eene polle land, staande en gelegen onder Buitenpost, de Eerste Stuiver genaamd‘ verkocht (Leeuwarder Courant, 2 november 1827).  Zo’n dertig jaar later, op 1 maart 1853, wordt deze herberg opnieuw te koop aangeboden (‘eene huizing en herberg, de Eerste Stuiver genaamd, met erf en tuin, groot 13 roede 20 el, aan den Trek- en Straatweg onder Buitenpost‘ (Leeuwarder Courant, 25 februari 1853). In januari 1879 wordt de herberg ‘De Eerste Stuiver opnieuw verkocht (bron: Leeuwarder Courant, 3 januari 1879).

Maar hee! Twaalf jaar eerder, op 6 december 1867, staat een advertentie, herhaald op 13 december 1867, waarin ‘De Laatste Stuiver‘ te koop staat. Zelfde plek (trekvaart), zélfde omvang (13 roede), zelfde periode. Alleen een andere naam.

Zijn er dan twee herbergen die de ‘Stuiver’ hebben geheten? De Friese Wikipedia suggereert dat ‘De Laatste Stuiver’ in de 19e eeuw ‘De Eerste Stuiver’ of kortweg ‘De Stuiver’ werd genoemd. Ik vind dit aannemelijk. Wat bijvoorbeeld zou kunnen is dat de herberg vanuit Groningen ‘De Eerste Stuiver’ heette en vanuit Dokkum ‘De Laatste Stuiver’. Het ligt er maar net aan welke kant je opvoer.

Als je de krantenbank Delpher raadpleegt, kom je vooral verkeersongevallen tegen bij ‘De Laatste Stuiver’. Fietsers worden aangereden, auto’s vliegen uit de bocht, soms met dodelijke afloop. De berichten dateren na 1880. De naam ‘De Eerste Stuiver’ is dan verdrongen.

Flink wat rechtszaken worden gemeld, bijvoorbeeld de veroordeling van drie twintigers die de kroeg niet wilde verlaten en wilde blijven drinken. “Zij wilde niet, al zeide hij het twintigmaal en al weigerde hij meer te tappen. Er werd gesmeten met glazen en de kastelein werd belaagd. De heren konden voor enkele dagen het gevang in. (bron: Leeuwarder Courant, 7 en 11 februari 1895

It Grutte Ear

En ook nu scheuren auto’s over de N355 richting Grijpskerk. Het is oppassen met oversteken. Ik vervolg mijn weg over de Zevenhuisterweg en passeer de Lijkweg. Eerder dit wandeljaar liep ik in het Kennermerland langs soortgelijke paden. Daar heten ze ‘Doodweg’, wegen of paden tussen buurtschappen zonder kerkhoven naar een laatste rustplaats. Ik loop langs de boerderij van de familie Goudberg. Bij de kruising met de Hesseweg, sla ik linksaf de Beyweg op. In de verte zie ik de grote oren van Burum. ‘It Grutte Ear’ heet officieel Satellietgrondstation 12 en is precies vijftig jaar geleden geopend door koningin Juliana.

In 2005, in de nasleep van 9/11, kiest Defensie de plek om internationale terrorismebestrijding een nieuwe impuls te geven. Waar het vanaf 1973 als grondstation heeft gediend voor telefoongesprekken, wordt de plek nu voornamelijk een afluisterplek. Daarnaast wordt het grondstation gebruik voor noodoproepen van de lucht- en zeevaart. Ook maken hulporganisaties als Artsen zonder Grenzen en Cordaid van de diensten van Inmarsat gebruik.

Van de twee grote paraboolsatellieten staat er nog één. In 2018 wordt duidelijk dat de grote oren ervoor zorgen dat de uitrol van 5G vertraging oploopt, want de frequentie van de schotels werken op dezelfde manier als 5G werkt. Burum is destijds gekozen omdat het land leeg en kaal is. Dat is noodzakelijk voor de werking van het grondstation. Maar ja, dan kan in een zeer grote straal rondom Burum geen 5G worden aangelegd. Defensie zou werken aan het verplaatsen van de satellieten naar het buitenland. Omdat de MIVD/AIVD gebruik maakt om communicatie af te luisteren, ligt het niet voor de hand dat snel bekend wordt waar de satellieten worden geplaatst. Top secret, nietwaar?

‘Ze zeggen dat ik geen meid ben’

Op weg naar Warfstermolen, met It Grutte Ear op de achtergrond pauzeer ik bij een klein herdenkingsmonument: een voetval voor Foekje Dillema (1926-2007). Ze doorbrak de hegemonie van Fannie Blankers-Koen op de 200 meter sprint. Foekje had een zware stem en enorme kracht, en zelfs lichte baardgroei. Was ze wel een vrouw? vroeg menigeen zich af. Daarom moest ze in 1950 verplicht een geslachtstest doen. Dat weigerde Dillema en werd vervolgens voor het leven geschorst. Een jaar na haar dood is haar DNA onderzocht. Foekje Dillema bleek een disbalans te hebben van X- en Y-chromosomen had. Intersekse. Posthuum is de Friese hardloopster gerehabiliteerd door de atletiekunie en heeft ze in de weilanden van Burum een kapelletje gekregen.

Overijsselsch Dagblad, 19-06-1950 (Delpher.nl)

Langzaam maar zeker loop ik Friesland uit. Via Warfstermolen en de buurtschappen De Kolk en Krabburen zie ik rechts het schilderachtige Munnekezijl liggen. Die plaats ligt aan het riviertje De Lauwers, dat de grens tussen Friesland en Groningen markeert en naamgever van het grotere Lauwersmeer. Veel plaatsen eindigen in deze streek op ‘zijl’, het toponiem voor (spui)sluis: Pieterzijl, Munnekezijl, Kommerzijl, Niezijl, Lauwerzijl en Houwerzijl bijvoorbeeld.

Vanaf hier is het een rechte weg naar Zoutkamp, mijn eerste wandelplaats in Groningen en met Lauwersoog de meest westelijke plaats in het aloude Hunsingo, één van de Groninger Ommelanden en aloude gouwen die teruggaan tot in de 10e eeuw. Zoutkamp ligt op een strategische plek. Dankzij de Lauwerszee en het Reitdiep was het de enige toegang tot Groningen vanaf zee. Daarom was de plaats in eerste instantie vooral een militair fort. In 1589 vindt de Slag om Zoutkamp plaats als de neef van Willem van Oranje, stadhouder Willem Lodewijk van Nassau, met een leger van 400 man de schans aanvalt en na een beleg van vijf dagen Zoutkamp bevrijdt. De militaire sporen zijn lang in Zoutkamp gebleven. Rond 1870 werd ‘De Batterij’ gebouwd, een dijkhuis die refereert aan de vele kanonnen op de verdedigingswerken van het dorp.

Nu is het dorp vooral bekend als het garnalencentrum van ons land met de grote garnalenleverancier Heiploeg International ten noorden van het dorp. Hun bedrijfsterrein is zo groot als de helft van het vissersdorp. Bij de sluis beklaagt een visboer aan een groep motorrijders dat er geen terras meer is. Te gevaarlijk voor het verkeer over de smalle dorpswegen, zegt de verkoper. En daarom geen vergunning. Aan de overzijde rust ik wat uit op een muurtje met uitzicht op het kleine Visserijmuseum en de passantenhaven.

Het Hogeland

Zoutkamp ligt ten noorden van het Reitdiep, net als Ulrum en mijn eindbestemming Kloosterburen. Dit is het Hogeland, omdat de zeeklei door de aanslibbing van de zee het land wat hoger doet liggen. Het Hogeland is de naam van de streek én die van de meest noordelijke fusiegemeente van Nederland.

De gemeentelijke herindelingen vliegen je om de oren. Vooral door die van 1990 verandert er bestuurlijk veel. In 1990 werden Leens, Eenrum, Ulrum en Kloosterburen samengevoegd tot de gemeente Ulrum om twee jaar later een naamswijziging te ondergaan naar De Marne. In 2019 komen Eemsmond, Bedum, Winsum (op hun beurt ook fusiegemeenten) en dus De Marne samen tot de grote gemeente Het Hogeland (2022: 48.022 inwoners, 50 inwoners minder dan mijn stadswijk Haagse Hout (2022: 48.072 inwoners). En dan heb ik het niet over de fusie van daarvoor toen de vele kleinere dorpen en buurtschappen werden samengevoegd. Het laat zien hoe een krimpregio zich  bestuurlijk ontwikkelt. Anno nu zijn er nog maar 10 gemeenten in de provincie. In 1946 waren dat er nog 57.

Van het gereformeerde Ulrum…

De tocht wordt zwaarder, omdat ik over de 20 kilometergrens heen ben. Ulrum laat zich zien als een klein en goed middenstandsdorp (2023: 1.384 inwoners). In 1834 werd Ulrum bekend door de kerkscheurende predikant Hendrik de Cock, met cee oo cee ka. In 1833 schrijft hij een geschrift tegen de kerk onder de veelzeggende titel “Verdediging van de ware gereformeerde leer en van de ware gereformeerden, bestreden en ten toon gesteld door twee zogenaamde geref. leraars, of de schaapskooi van Christus aangetast door twee wolven en verdedigd door H. de Cock, 1833“. Prompt wordt De Cock geschorst en afgezet in 1834.

De predikant staat aan de basis van de Afscheiding van 1834, en daarmee de geboorte van de Gereformeerde Kerk. In de ‘Acte van Afscheiding of Wederkeer maken een aantal predikanten zich los van de Nederlandse Hervormde Kerk met duidelijke taal:

….uit dit alles tezamen genomen is het nu meer als duidelijk geworden, dat de Nederlandsche Hervormde Kerk niet de ware, maar de valsche Kerk is volgens Gods woord en Art. 29 van onze belijdenis, weshalve de ondergetekenden met dezen verklaren dat zij overeenkomstig het ampt aller gelovigen Art. 28 zich afscheiden van de gene die niet van de Kerk zijn, en dus geen gemeenschap te willen hebben, met de Nederlansche Hervormde Kerk, tot dat deze terug keert tot de waarachtige dienst des Heeren.

Vele gelovigen volgden. Ze voelden zich niet meer in de oude kerk thans die `valsche leer’ zou uiten. Het was de eerste kerkscheuring van een serie van velen tot ver in de twintigste eeuw.

De weg naar Hornhuizen (198 inwoners) is zwaar omdat de wind is gedraaid en nu vanaf de Waddenzee landinwaarts waait. Ik neem een laatste stop bij het oude hervormde kerkje. De toren is opmerkelijk vanwege de felgeel gekleurde lantaarn.

De toren is open, maar ik heb teveel last van mijn kuit om de tred naar boven (en beneden) te nemen voor een uitzicht op de Waddenzee en Schiermonnikoog. 

…naar de katholieke enclave Kloosterburen

Via de Tammingastraat en Borgweg loop ik over de Marneweg het gehucht Kruisweg (2016: 330 inwoners) in. Kruisweg veronderstelt een katholieke afkomst, maar dat is niet zo. De naamgeving van het gereformeerde gehucht komt ‘slechts’ vanwege het enige kruispunt in het midden van de plaats. De Marneweg kruist de Hogeweg en Leensterweg

Ik eindig in het katholieke Kloosterburen, in het dialect Kloosterboeren. Katholiek is het zeker. Even ten westen ligt Westerklooster met acht huizen, de ‘acht zaligheden’. De Norbertijnen hadden er een klooster. Naast Ter Apel heeft Kloosterburen de enige,  oudste en grootste carnavalsvereniging van Groningen en heet het dorp  enkele dagen Kronkeldörp. Cafe Willibrord en het Krönkelhoes zijn de centra van het feest en bakermat van carnavalsvereniging Oldeclooster. Andere katholieke sporen zijn de – nu hervormde – Nicolaaskerk en de katholieke Sint-Willibrorduskerk aan de Hoofdstraat. De kerk is onderdeel van de Liudgerparochie, dat vrijwel heel Noord-Groningen omvat (van Delfzijl tot Kloosterburen). Achter de katholieke kerk bevindt zich de Kloostertuin, en de plaats waar het verdwenen Norbertijnenklooster Sint Jan,  de oudste van de provincie, stond.

Routedetails

Buitenpost (Bûtenpost) – Zoutkamp – Kloosterburen

Afstand

29,4 km

Kenmerken

polder, akkerbouw, wierden, erfgoed

Plaatsen

Buitenpost (Bûtenpost) – De Laatste Stuiver (De Lêste Stoer) – Augsbuurt (Augsbuert) – De Keegen (De Kegen) – Warfstermolen (Warfstermeul/Warfstermûne) – De Kolk- Krabburen (Krabbuorren) – Zoutkamp – Niekerk – Ulrum – Hornhuizen – Kruisweg – Kloosterburen.

OV start

Arriva-station Buitenpost

OV Eind

Arriva/NS-station Winsum
(na een lift :-))

Planten

  • Akkerdistel
  • Rode klaver
  • Weegbree
  • Paardenbloem

Vogels

  • Bruine kiekendief
  • Lepelaar
  • Kieviet
  • Zwarte kraai
  • Vlaamse gaai
  • Turkse tortel
  • Houtduif
  • Meerkoet
  • Wilde eend
  • Grauwe gans
  • Kievit