Dit weekend wandel ik door de cultuurgeschiedenis van Noord-Holland. Dat doe ik samen met Sergio Felter. We lopen van Castricum naar Alkmaar door oorlogsgebied én over heilige grond.

Het Huis met de Kogel

De vorige etappe eindigde in het Huis van Hilde bij de beenderen van Willem van Brederode (Santpoort, ca 1226/30 – Velsen, 1285), de leider tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Deze achtste etappe begint ruim 500 jaar later. In de Dorpsstraat is een stille getuige te zien van de Slag bij Castricum op 6 oktober 1799. Trotse Castricummers noemen dit ‘Het Huis met de Kogel’: in de voorgevel van eetcafé Carter is een kanonskogel ingemetseld. De precieze inslaglocatie is onwaarschijnlijk, want het pand dateert volgens het kadaster uit 1950. (Rechts op de foto dé kogel).

Maar dat is niet het voornaamste. Dat is de Slag bij Castricum, mogelijk het belangrijkste wapenfeit (sic!) voor het dorp van enige nationaal belang. De kanonskogel refereert aan de Tweede Coalitieoorlog (inderdaad, die heb ik ook moeten opzoeken), één uit een serie van zeven oorlogen uit de 18e eeuw tussen Europese grootmachten aan de ene kant en Frankrijk aan de andere kant die het (bloedige) einde van de vroegmoderne tijd markeren. Daarbij past een herdenkingskogel.

In deze oorlog vocht Frankrijk met de Bataafse Republiek als vazalstaat tegen Engeland en Rusland. Een stevige invasiemacht van Britten en Russen ging bij Callantsoog aan land, bezette Hoorn, Enkhuizen en Alkmaar met het uiteindelijke doel Haarlem en Amsterdam in te nemen. Het was niet zomaar een veldslag bij Castricum. Zo’n 32-40.000 soldaten trokken door het moerassige Noord-Holland ten strijde.

Ze strandden bij Castricum. Het Frans-Nederlandse leger, kleiner in getal, was vastberadener en verdedigde het dorp succesvol. Het Brits-Russische leger blies de aftocht. Nog geen twee weken later werd de overgave getekend (Verdrag van Alkmaar). Exit huzaren. Exit Britten. Toedeloe.

Ingemetselde kanonskogels

Maar dan die kanonskogel. Castricum is niet de enige plaats met een huis met een kanonskogel. Vanaf de 14e eeuw worden kanonnen grootschalig in Europa ingezet. Met name in de Tachtigjarige Oorlog vind je daardoor in veel Nederlandse plaatsen ingemetselde kanonskogels. In gevels of in interieurs, voornamelijk als herdenkingsplek. Sommige kogels zitten in de muren vanaf het begin, andere kogels zijn elders gevonden, bewaard door burgers en later ingemetseld. Zo van: Kijk eens, wat een toestanden destijds. 

Conservator Marianne Eekhout onderzocht ‘kanonskogelverhalen’ rondom het Beleg van Haarlem. De verhalen legden de nadruk op de gezamenlijke gevechten tegen de Spanjaarden, als dankbetuiging voor de redding door God en voor de ongekende onverschrokken dapperheid.

Naarmate de tijd vorderde, bleek ook dat er meer verhalen in omloop waren dan die in dedagverhalen stonden beschreven. Zowel de inhoud als het aantal verhalen was aan verandering onderhevig. Toen Samuel Ampzing in 1628 zijn Beschrijvinge ende lof der stad Haerlem  publiceerde, bevonden zich daarin opnieuw verhalen die niet in de dagverhalen voorkwamen.  Vijftig jaar na het beleg sprak hij met ooggetuigen of hun familieleden over de kanonskogels en hun belevenissen. In zijn stadsgeschiedenis waren de kogels zelfs echte herinneringsobjecten geworden. Diverse stedelingen bewaarden de kogels die op hen waren afgevuurd thuis als aandenken.”

Het is aan Beleg van Haarlem te danken dat we het gezegde ‘de kogel is door de kerk’ gebruiken. De kanonskogel die je in de Sint Bavo kunt aantreffen was bedoeld voor de predikant, maar belandde – KABOEM ! – in één van de kerkmuren. Dat beschreef Carolus Tuinman in 1726 in zijn spreekwoordenboek ‘De oorsprong en uitlegging van dagelijks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden‘ . Maar. De taalkundige Stoett betwist deze uitleg: het zou alleen gaan om de aardige alliteratie kogel, kerk. Dus de kogel is hierover nog lang niet door de kerk 🙂 In dit verslag is het laatste ook nog niet gezegd over kanonskogels, maar dat is voor later.

Wandelschoenen

Sergio en zijn vrouw Inge ontvangen mij bij hen thuis. Na het ‘Huis met de kogel’ betreed ik het ‘Huis met de medailles’, zoals Sergio het zei toen we de afspraak voor vandaag maakten. Inge was Nederlandse topatlete voor de (middel)lange afstanden hard- en velplopen. Het trackrecord van Inge is indrukwekkend: Nederlands kampioen 10 km outdoor; goud en brons op NK’s halve marathon, zilver op het NK marathon, zilver en brons NL atletiek veldlopen, en ga zo nog vele medailles en baanrecords nog door.

Ik word vriendelijk ontvangen en Sergio en Inge kijken direct en onafhankelijk van elkaar naar beneden, naar mijn schoenen. Je bent ervaren hardloper of je bent het niet 🙂 Bovendien werkt Sergio parttime in speciaalzaak Runnersworld.
Ik heb mijn oude afgetrapte Nikes weer aan, want die blijken toch lekkerder – en blarenvrij – te lopen dat de wandelschoenen die ik vorig jaar kocht. En dat valt op.

Pas na advies over schoenen en sokken, krijg ik thee aangeboden (nee hoor, just kidding :-))

Sergio en ik vertrekken na ongeveer een uur. We lopen via voormalige bollengrond (‘het Landje van Veldt‘) over de Schulpvaart. We zien een kieviet met wat scharrelend kievietsjong, een schreeuwende meeuw en ruziënde brandganzen. Vervolgens lopen we door naar Bakkum. Dit weekend is het de Kunstfietsroute Castricum. We stappen aan de Heereweg bij een oudere vrouw naar binnen. Ze maakt veel schilderijen van haar vader en werkt daarnaast ook met speksteen en keramiek. Een allegaartje amateurkunst, maar ik doe het haar niet na. Ze zegt dat ze eigenlijk niet bij de kunstroute is aangesloten. “Ik sta niet op de kaart, officieel”. Op mijn vraag of ik een foto mag maken van haar werken om haar wat promotie op de socials te geven, schrikt ze terug. Ze loopt weg, overlegt binnen met haar dochter en guess what, het wordt een ‘nee’. 

Iets verderop pauzeren we voor de lunch bij ‘Het Ruiterhuys’, eigendom van televisiepresentator en zanger Henny Huisman. Het menu is geen Surpriseshow, het Ruijterhuis is een prima plek om te vertoeven.

Onze Lieve Vrouwe ter Nood

In het gehucht Kapel – ook Oesdom geheten –  tussen Limmen en Heiloo ligt het ´Lourdes van het Noorden´, want zo wordt het heiligdom Onze Lieve Vrouwe ter Nood genoemd. Het is de grootste bedevaartplaats in Nederland met tienduizenden pelgrims per jaar. Dit is onze volgende stop.

Mogelijk is de plek ontstaan nadat de Viking-hoofdman Rorik zich in de 9e eeuw liet dopen bij een waterput (de Roriksput, later Runxputte), maar taalkundigen – alweer de taalkundigen! – vinden die verklaring nogal speculatief. Volgens het heiligdom zelf gaat de geschiedenis terug tot het einde van de 14e eeuw. Toen vond een boer een Mariabeeldje op zijn land, dat miraculeus terugkeerde het naar de plek waar de boer het vond. In dezelfde tijd raakte een schip op zee in nood. De schipper bad tot God en boven de storm en het geraas hoorde hij een vrouwenstem: ‘Als ge mij gaat eren, zal de wind gaan keren‘. De schipper herkende in de stem Maria en ging zich inzetten voor de verering van de Moeder Gods.

Dat is een genadekapel geworden. Tijdens het Beleg van Alkmaar (1573) wordt de kapel door de geuzen met de grond gelijk gemaakt. 140 jaar later begint de bron weer te stromen en neemt het aantal pelgrims toe. Maar de slingers van de klok keert ook die volksdevotie. In 1768 komt er een eind aan de bedevaarten, verordonneerd door de Staten van Holland. Pas begin 20e eeuw ontstaat hernieuwde aandacht voor de Runxputte. In 1905 worden resten van de put en de genadekapel gevonden. Besloten wordt om architect Jan Stuyt te vragen een bedevaartskerk te bouwen.

Vandaag de dag zijn de Blauwe Zusters – Dienaressen van de Heer en van de Maagd van Matará (SSVM) – werkzaam in het heiligdom.  We zijn net te laat: juist de meimaand is de Mariamaand voor katholieken. Vandaag is het de eerste zaterdag van de maand – priesterzaterdag. We missen de Mis, want de wierook hangt hoog in de verder lege bedevaartskapel.

Willibrordusput

We trekken door nadat ik voor een mij dierbare dominee nog wat heb gekocht in de religeuze winkel ‘Oesdom’. We lopen door het dorp Heiloo, dat – met uitzondering van het Witte Kerkje en de daarnaast gelegen ‘Willibrordusput’ – voor mij weinig karakter heeft. Willibrordus is de missionaris die met name in de kuststreken het geloof verkondigde. Volgens de overlevering was het deze heilige die hier driemaal met zijn staf op de grond sloeg en de bron ontsprong met geneeskrachtig water. Daar wordt je wel katholiek van.

Tweede Wereldoorlog

Onze eindbestemming komt na Heiloo in zicht: Alkmaar. We vallen opnieuw met de neus in de boter: Vandaag is het Bunkerdag en vlak voordat we Alkmaar binnenwandelen passeren we één van de bunkers die onderdeel uitmaakte van de Atlantikwall. Dat is de verdedigingslinie van meer dan 5.000 kilometer langs de hele Europese westkust (van Noorwegen tot aan Spanje) met 23.000 verdedigingswerken om een geallieerde invasie te voorkomen.

Nee maar. Nog een Huis met een Kogel!

De laatste kilometers lopen we door het centrum van Alkmaar. Het is dit weekend Kaeskoppenstad 2023. Een deel van de Oude Gracht is veranderd in het Alkmaar anno 1573.

1573? Is dat niet van….? Ja, dat is het. Het Beleg van Alkmaar. De voorgeschiedenis is onder meer gelegen in de harde onderdrukking van Don Fernando Alvarez de Toledo, de derde hertog van Alva. De Nederlandse Opstand kwam verder op stoom nadat Alva –  bij aankomst in Nederland een grumpy old man van 60 jaar met jichtklachten, wat zijn grimmige en prikkelbare humeur toch al niet ten goede kwam – stevige belastingmaatregelen nam: de Tiende Penning, de Honderdste Penning en de Twintigste Penning zorgden voor veel verzet. Vooral de Tiende Penning werd het symbool van een machthebber die de wet aan de kant zette en de Hollandse steden meedogenloos hard aanpakte. Want als er iets duur was, dan was het wel oorlogsvoeren.

Alkmaar werd ten tijde van deze ‘opstandsjaren’ omsingeld en op 18 september 1573 is de grote Spaanse aanval op de stad. Een groot gevecht. Kanonskogels tegen kokend teer. Heldhaftige vrouwen tegen Spaanse troepen. Alkmaar ontzet door inundatie, de Spaanse troepen afgedroogd. De geschiedenisboekjes vertellen nog steeds: Bij Alkmaar begint de victorie! 

Op de hoek van de Appelsteeg en de Luttik Oudorp aan de Oude Gracht staat een oud pand dat óók Huis met de Kogel heet, een van de twee overgebleven houten huizen. Het oude pand stamt uit 1557 (volgens het kadaster) en kan dus – in tegenstelling tot het Castricumse Huis met de Kogel – echt flink geraakt zijn tijdens de Spaanse aanval.

Maar is het feit of fictie? Het Regionaal Archief Alkmaar zocht het uit. Het verhaal luidt in 1857 zo:  Ook is het bekend onder den naam van het huis met den kogel, aangezien den 14den september, tijdens het beleg, een veertig ponds kogel, daarin geschoten, een spinnewiel en stoel, daar een meisje op zat en spon, en een tobbe, aan welke eene vrouw stond te wasschen, verbrijzelde, zonder iemand van de zeven huisgenooten te kwetsen.

Een anoniem ooggetuigenverslag van het Beleg spreekt van een inslag van een ‘cloot’ van 40 pond op het Luttik Oudorp. De bewoners bleven allen ongedeerd:

Op den selfden dach [14 september 1573] werd een cloot ghescooten op Luttick Oudorp van 40 pont, in een huys, een stoel van onder een meyscken, een spinnewielcken in stucken daer zij an sat en span, met noch een vrouwe die stonde en wies haer cleeren, die wastobbe aen stucken met al die cleeren, dat men niet en wiste waer die stucken bleven, ende waeren seven personen in huys, daer werde niemant ghereackt.

Linksboven is een forse kanonskogel te zien aan de gevel van het pand Appelsteeg 2, met eronder het jaartal 1573.

Maar het exacte adres… ontbreekt. Tijdens zo’n beleg worden -tig kanonskogels op de stad zijn afgevuurd. Dus ja, het pand kan heel goed zijn geraakt. En misschien wel door meer dan 1 kogel. Het archief concludeert dan ook:

…er is geen sluitend bewijs dat het precies de kogel is geweest die in het anonieme ooggetuigenverslag wordt genoemd. (…) Wat in ieder geval overeind blijft staan is dat het Huis met de Kogel op een mooie manier verwijst naar een kernmoment uit de Alkmaarse geschiedenis, het succesvol doorstane beleg van 1573!

Het is druk in de stad door het Kaeskoppen-weekend. We zien een vuurspuwer op de brug, hooibalen op de kade, Middeleeuws uitgedoste mannen en vrouwen en veel oude schepen in de gracht.

We besluiten de wandeling op station Alkmaar. Sergio eindigt in stijl en zegt ten slotte over mijn afgetrapte witte Nikes: “Ik denk dat ik wel weet wat voor schoenen voor jou het beste zijn.

Routedetails

Wandeling Castricum – Alkmaar

Afstand

23 km

Kenmerken

Dorpsgezichten, religieus erfgoed, waterputten, weiland, bos

Plaatsen

Castricum
Oesdorp/Kapel
Heiloo
Alkmaar

OV start

NS-station Castricum

OV Eind

NS-station Alkmaar

Gespotte natuur

  • Brandgans
  • Scholekster
  • Kieviet
  • Meerkoet
  • Koeien en schapen 😉