Lariekoek! Broodje Aap! De Rijn stroomt helemaal niet bij Lobith ons land binnen! En Gelderland heeft helemaal geen eiland! Of toch wel?

Lobith aan de Rijn is een broodje aap

In de dertiende eeuw, toen schepen nabij het Tolhuys moesten aanleggen om tol te betalen, ligt Lobith aan de rivier. Dat Tolhuys is in het beruchte rampjaar 1672 volledig verwoest door Franse troepen. Zo’n veertig jaar na die verwoesting is er een dijkdoorbraak (1711) met als gevolg dat de Rijn zijn loop verandert. De loop is kort daarvoor al aangepast door de aanleg van het Pannerdensch Kanaal, in 1707. Bovendien: Lobith hoorde soms bij Nederland, en soms bij Duitsland door grensherzieningen zoals in 1817 of 1960.
Daarbovenop heeft de Rijn in deze streek, de Liemers, zijn naam ingewisseld. Voor Bovenrijn bijvoorbeeld. Of voor Bijlandsch Kanaaal, en wat verderop voor het Pannerdensch Kanaal en de Waal. Meine Gute! Tel daarbij de grillige waterstanden van de Rijn op en je hebt alle ingrediënten voor mijn negende wandeling door het Rivierengebied wel te pakken.

Dit wandeljaar loop ik door de Nederlandse rivierendelta. In vorige afleveringen kon je verslagen lezen van mijn tochten langs de Lek en de Nederrijn tussen Kinderdijk en Arnhem.
Ik ben voor mijn negende etappe voornemens om vanuit Westervoort verder stroomopwaarts te lopen, langs het Pannerdensch Kanaal naar Tolkamer. Bij aanvang staat er een stevige wind en was het uitermate fris en grillig. Ik besluit de bakens te verzetten en ben doorgereden naar mijn ‘nieuwe’ beginpunt Zevenaar om door De Liemers te wandelen.

De Liemers

De Liemers is geen bekende streek. De naam komt vermoedelijk van het Romeinse ‘Limes’ – de noordgrens van het Romeinse rijk vanaf Katwijk aan Zee. Volgens de regionale online encyclopedie ‘Berghapedia‘ zijn er twee verklaringen. ‘Liemers’ komt van ‘Pagus Leomerike’ – een stuk gewest op leemrijke grond. Een andere verklaring is dat ‘liemers’ ‘in de luwte’ betekent (tussen Montferland en Posbank). Die lijkt mij wat vergezocht. Tot slot kan de naam betrekking hebben op de afwatering van de beek Lee (‘Ly’) van het broekland rondom Westervoort (‘-mers’).

De streek is een moerasdelta tussen de Nederrijn en twee stromen van de IJssel. Staatkundig is deze ‘Kleefse enclave’ een conflictueus grensgebied. Lang is onduidelijk waartoe De Liemers behoort. Is De Liemers nu een stuk Achterhoek is, of niet. Opnieuw Berghapedia:

Onrust over borden met de tekst ‘Welkom in de Achterhoek’ van de Stichting Achterhoek Toerisme aan de grenzen van de gemeente Montferland in het jaar 2015 maken duidelijk dat de toerekening van het gebied van Montferland en Wehl tot de Achterhoek omstreden is. In de voormalige gemeente Bergh en ook Wehl gaan echter ook stemmen op die dit gebied tot de Achterhoek willen rekenen en niet tot De Liemers. 

De Achterhoek is dan nog provincie Gelderland. Maar tot 1817 behoort, althans een deel van De Liemers, tot Duitse streken. De hertog van Gelre, Reinoud III, heeft in de veertiende eeuw zo weinig geld dat hij besluit om de streek te verpanden aan zijn neef, de hertog van Kleef. Vandaar de term ‘Kleefse enclave’.
Later gaat de streek over in de Duitse staat Pruisen. Pas vanaf 1816 wordt de streek aan de Nederlanden toebedeeld door besluiten op het Congres van Wenen. Op die toonaangevende vergadering is de kaart van heel Europa hertekent.
In etappes wordt achtereenvolgens Zevenaar, Huissen, Duiven en Wehl overgedragen. In het  ‘Grenstractaat tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Pruisen‘, ondertekend op 7 oktober 1816 in Kleef, wordt minutieus de grens beschreven: 

Van het punt, alwaar de grens van Millingen aan de Waal raakt, zal de grenslijn zich in regte lijn rigten op den toren van Aerdt, tot aan het middenpunt van de regelmatige breedte der rivier, welk middenpunt opwaarts, voor Thalweg zal worden genomen, en de grensscheiding bepalen zal tot tegen over de verlenging der linkerzijde van den weg van Stokman naar Elten, in dier voege dat de Schenkeschans met deszelfs gebied een gedeelte van het Koningrijk Pruissen zal uitmaken, en dat de Kijfwaard, de Bijlandsche Waard, ’s Gravenwaard, het Lobith, het Boven- en Beneden-Spijk, daaronder begrepen de enclave van het gebied van Elten, aan het Koningrijk der Nederlanden behooren zullen.

Katholiek De Liemers verdampt

De Liemers is grotendeels een katholieke streek in tegenstelling tot de protestantse Achterhoek. Uh, was moet ik zeggen, want de ijverige vulpen van de Utrechtse aartbisschop Wim Eijk heeft in korte tijd veel decreten tot sluiting ondertekend. Vrijwel alle katholieke kerken zijn aan de eredienst onttrokken, alsof er een soort interne reformatie bezig is.

  • 2021: Babberich, Pannerden, Spijk, Loo
  • 2022: Herwen, Aerdt, Westervoort
  • 2023: Oud-Zevenaar, Lobith, Tolkamer, Spijk

De overgebleven katholieken moeten naar Zevenaar om de heilige mis te vieren. Ik zie dat niet in groten getale gebeuren.

De Eltener Butternacht/Boternacht

In dit grillige gebied loop ik vanuit Zevenaar via Oud-Zevenaar naar het (Nederlandse) Babberich en door naar het (Duitse) Elten. Ik smokkel wat drink- en etenswaren uit mijn rugzak over de grens, want ik heb geen paspoort bij mij. Vele Nederlanders tanken en doen boodschappen in de plaats.

Elten is bekend van de Eltener Butternacht uit 1963. Duitsland wil Elten terug en krijgt het dorp weer in handen in ruil voor 125 miljoen gulden. Vanaf 1 augustus 1963 wordt Elten weer Duits. Het brengt handelaren op een briljante smokkelactie. Op de avond vóór de overgang staat het dorp vol met honderden vrachtwagens, volgeladen met boter, thee en koffie – in die tijd kneiterduur in Duitsland.

Een inwoner van Elten, Wim Koekoek, vertelt een mooie anekdote: “De hele straat stond vol met Nederlandse en Duitse vrachtwagens. Ze begonnen dozen met boter uit de Nederlandse in de Duitse vrachtwagen over te laden. Ik heb meegeholpen en aan het eind van de dag kreeg ik er zowaar een gulden voor. Toen ik de volgende morgen wakker werd waren alle vrachtwagens weer verdwenen. De Nederlandse wagens waren leeg weer teruggereden naar Nederland. De volgeladen Duitse wagen waren blijven staan. Toen om middernacht Elten weer Duits werd stonden die wagens, zonder een centimeter gereden te hebben, ineens in Duitsland. De lading boter die erin zat, was ineens duizenden guldens meer waard! Niemand wist hoe de Duitse douane er op zou reageren. De Nederlandse en Duitse overheid zullen het geweten hebben, want het moet lang van te voren bedacht zijn. Maar ze wisten blijkbaar niet goed wat ze er aan moesten doen, dus hebben ze het maar laten gaan.” (bron: Liemers Actueel, 6 april 2018)  

Historicus Edwin Zweers over de annexatie van Elten

De volgende ochtend staan de goederen in Duitsland, zonder ook maar 1 centimeter verplaatst te zijn. Dus: geen invoerrechten. Dus: tel uit je winst.
Historicus Edwin Zweers, de neef van Sanne, denkt niet dat de Eltenaren er rijk van zijn geworden. In het BNNVARA-programma Jaren die ook Geen Lieverdjes Waren (JGLW) van 24 juni 2020 legt hij dat uit: “Veel mensen waren op het laatste moment toch bang dat er controles zouden zijn en dat ze dan door de mand zouden vallen. Het zijn vooral de grote jongens geweest die veel verdiend hebben. De globale schatting ligt tussen de 50 en 60 miljoen euro.” (het volledige radiofragment met Edwin is terug te luisteren via deze link).

Ook op Omroep Gelderland geeft Edwin een toelichting over de schuivende grenzen van Elten. Hij is een autoriteit op het gebied van de annexatie van Elten:

Grote annexatieplannen

Aan de grenscorrectie van 1963 gaan de grenscorrecties van 1949 vooraf. Op 20 punten worden grenscorrecties voorgesteld. Elten en Tüddern (nabij Sittard) zijn de grootste correcties van de meer bevolkte gebieden naast 14 stuks onbewoonde grond.
Maar de aanvankelijke plannen waren echter veel groter. 

De oorspronkelijk gewenste Wiedergutmachung betrof plannen tot 20.000 vierkante kilometer. Het plan Bakker-Schut had een zeer uitgebreid annexatievoorstel. In ‘Uitbreiding Nederlands grondgebied gewenscht?  (uit 1945, hier te downloaden als PDF) staat de overname van grote Duitse steden als Keulen, Münster, Osnabrück en Aken.

Nederland annexeerde 19,54 km2 met 3.500 inwoners van Elten. (klik op de afbeelding voor een vergroting).

In ‘plan B’ van Bakker-Schut zou het gaan om meer dan 2 miljoen mensen. Tot aan de rivier de Wesel moesten de Duitsers grond afstaan. Dat vonden de  Britten en Amerikanen veel te gortig. Het bleef bij kleine stukjes grond.

En ook die annexaties werden na veertien jaar teruggegeven. Alleen de Duivelsberg (in het Duits Wylerberg) bij Beek is Nederlands gebleven, groot amper 3 vierkante kilometer.

Plan Bakker-Schut met grote annexatieplannen. Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Links situatie rondom Elten tot 1949, rechts situatie na 1949. Bron: topotijdreis, grens heb ik handmatig geaccentueerd. Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Dubbele straatnaam

Zeven kilometer loop ik door het voormalige drostambt Elten naar de Rijn. Ik wandel over een weg met een dubbele naam: de Spykerweg/Oude Kleefsepostweg.  De Nederlands-Duitse grens loopt door de weg. Aan mijn rechterhand staan 12 woningen met een Nederlands adres: de Oude Kleefsepostweg. Aan de overzijde van de weg staan woningen met een Duits adres: Spykerweg. Rechts gele nummerplaten, links witte. 

Als de weg een scherpe bocht maakt naar rechts, begint Nederland. Op dit Nederlands-Duitse grenspunt liggen drie grenskeien en staat ampele meters verderop de twaalfde statie van de kruisweg: Jezus sterft aan het kruis. 

Lunchen met Cora en Aad

Ik loop de Spijksedijk westwaarts en besef: ik ben op de terugweg naar Den Haag, want verder oostwaarts door de Nederlandse rivierendelta kan niet. Ik passeer de steenfabriek Vandersanden. Zij bieden ‘producten en oplossingen’ als gevelstenen, tuinbestrating, steenstrips, klinkers en ‘Pirrouet CO2-negatieve gevelstenen’, waarmee “maar liefst 60 kg Co2 opgenomen” wordt en het bedrijf volgens eigen zegen bijdraagt om de afvalberg te verkleinen. Iets verderop, in de uiterwaarden staan 25 chalets, die niet veel meer zijn dan witte containers. Als ik later tijdens mijn lunchpauze Aad en Cora ontmoet, wordt mij duidelijk dat dit tijdelijke huisvesting voor vluchtelingen uit Oekraine is.

De lunchdate met Aad en Cora is hartelijk. We spreken af in Kade 7 op de Europakade van Tolkamer. Eens was Tolkamer een belangrijk douanedorp. In het dorp (minder dan 3.000 inwoners) waren vele hotels, café’s en slagers om de schippers, handelaren en ambtenaren van de douane na het inklaren te ontvangen voor een stevige borrel of dagelijkse inkopen.

We kijken uit op de Rijn. De Rijn is tussen Spijk en Millingen aan de Rijn stroomafwaarts Nederland en stroomopwaarts Duitsland. Dus niets ‘Bij Lobith stroomt de Rijn ons land binnen’. De Rijn heeft hier drie namen: Boven-Rijn en Bijlandsch Kanaal aan Nederlandse zijde en simpelweg Rhein aan de Duitse zijde.

Talententuin in Lobith

Na onze eenvoudige lunch  – voor wie het echt wil weten: uitsmijter, tosti en kroketten op brood – bieden Aad en Cora mij aan de Talententuin te zien. In de tuin, naast de eeuwenoude protestantse kerk in Lobith, hebben omwonenden, mensen uit de kerk en kwetsbare mensen een zinvolle activiteit van verbinding. Cora laat de gewassen zien van de tuin en we lopen nog even het kerkje binnen. Aad vertelt dat in het rampjaar 1672 de Fransen de – toen net gebouwde – kerk ongemoeid lieten. Waarom? “Waarschijnlijk waren ze met hun zware bepakking te moe door het moerassige gebied”, zegt Aad.

Gelderland heeft een eiland!

We nemen afscheid en ik vervolg mijn weg. Ongemerkt loop ik het Gelders Eiland in. Op het Gelders Eiland liggen zeven kernen: naast Tolkamer en Lobith zijn dat Tuindorp, Spijk, Herwen, Aerdt en Pannerden. De dorpen waren tot 2018 de gemeente Rijnwaarden totdat Zevenaar de plaatsen opslokte.

Ik verken het ‘Eiland’, dat zo heet omdat het is omsloten door de oude loop van de Rijn en de Bovenrijn/Bijlands Kanaal/Rhein en het Pannerdensch Kanaal. Het Pannerdensch Kanaal bestaat sinds begin van de 18e eeuw als verdedigingslinie tegen de Fransen. Als in 1798 het beheer van het kanaal wordt toebedeeld, betekent dit de geboorte van Rijkswaterstaat. Het gebied heb ik hieronder op een kaart uit 1850 ingekleurd:

Het is beduidend warmer geworden, gelukkig. Wolken wisselen de zomerzon af. Via Herwen kom ik in het lintdorpje Aerdt. Ik kan kiezen om het Natura-2000 gebied van het Rijnstrangenpad te lopen, maar met de vele regens dit voorjaar lijkt mij het betreden van dit klompenpad geen goed idee. Ik mis daardoor wel de kans om woudapen, zwarte sternen, ijsvogels en roerdompen in het verscholen riet te zien.

Trekpont

Wel kom ik bij één van de trekponten uit. Ik ben alleen en probeer de zware, natte touwen uit het water te trekken. Twee waterhoentjes die op het touw zaten, vliegen op. Het is loodzwaar en ik krijg geen beweging in de pont, wat ik ook probeer. Ik zie de afstand niet zitten, geef het op en loop terug.

Kan ik nu wel verder, of moet ik kilometers terug lopen? Ik heb geluk. De naastgelegen Berghoofseweg heeft een brug over de Oude Rijn. De trekpont over de Oude Rijn is de laatste horde op weg terug naar Zevenaar is genomen. Phew!

Routedetails

Zevenaar – Babberich – Spijk – Tolkamer – Aerdt – Zevenaar

Afstand

34 km

Kenmerken

grenzeloos gebied, rivierengebied, moerassige rietlanden

Plaatsen

Zevenaar, Oud-Zevenaar, Babbericht, Elten (D), Spijk, Tolkamer, Lobith, Herwen, Aerdt, Zevenaar

Vogels

  • Ooievaar
  • Buizerd
  • Kievit
  • Zwarte kraai
  • Veldleeuwerik
  • Witte kwikstaart
  • Meerkoet
  • Fuut
  • Aalscholver
  • Knobbelzwaan
  • Boerenzwaluw
  • Huiszwaluw
  • Spreeuw
  • Waterhoen
  • Wilde eend
  • Blauwe reiger