Het wandelseizoen 2024 is begonnen met een ‘aanlooproute’: Dit jaar ben ik van plan door het rivierengebied te wandelen met als startpunt Rotterdam. De aanlooproute die ik de laatste weken heb gelopen is vanuit Den Haag naar Manhattan aan de Maas.
Etappe 0
Omdat Rotterdam mijn beginpunt is, noem ik de route Den Haag – Rotterdam etappe 0. Om op te starten na de winterpauze splits ik de etappe op in een eerste deel naar Delft en een tweede deel van Delft naar Rotterdam. Bij elkaar is dat 29 kilometer. Het tweede deel loop ik met Marijn, aka de topgoochelaar en muzikant Olivier Quist.
Forum Hadriani
Dat Voorburg begon als de Romeinse stad Forum Hadriani is vooral regionaal bekend. Het is een vergeten stad, maar wel een die naast Nijmegen als enige in de lage landen stadsrechten kreeg. Hadriani is de verwijzing naar keizer Hadrianus.
Voorburg lag volgens velen op de noordgrens van het Romeinse Rijk. Dat is niet helemaal correct. De ‘Limes’ (grens) loopt langs de Rijn, van Nijmegen tot Katwijk aan Zee. Bovendien wil deze noordgrens niet zeggen dat Romeinen boven Voorburg kwamen: tot in het Noord-Hollandse Velsen zijn artefacten van Romeinse aanwezigheid gevonden in weerwil van de Friezen. Nabij Velsen lag bijvoorbeeld de legerplaats Castra Flevum (zie mijn wandelverslag Driehuis – Castrium)
Het resten van het Romeinse Forum in Voorburg werden teruggevonden in Voorburg-West, ten zuiden van de Prinses Mariannelaan en in het wijkpark Arentsburgh. Aan het begin van het park(je) is een herdenkingsplek ingericht met een plattegrond van het forum en een geschiedenisschets. In het park zelf staat een ‘mijlpaal’ zoals de Romeinen deze kleine obelisken op belangrijke wegen plaatsten.
Corbulo
Langs het Forum lag het ‘Fossa Corbulonis’, ofwel Corbulogracht/Corbulokanaal dat rond 50 na Christus werd gegraven. Cobulo is de naam van een Romeinse legeraanvoerder die in Nederland het bevel voerde.
Het Corbulokanaal liep ongeveer gelijk aan het huidige Rijn-Schiekanaal. De naam Corbulo is in onze tijd nog terug te vinden in namen van een school, een garage, een huisartsenpraktijk, een jongerenkoor, een schaatsclub en bij het aanleggen van de zogenaamde Rijnlandroute, de Corbulotunnel. Aan het begin van de Koningin Julianalaan is militair Corbulo vereeuwigd als standbeeld, zittend op een paard.
Rijn-Schiekanaal
Ik verlaat de Romeinse Tijd en kom aan in de 19e eeuw. Want in die eeuw – de eeuw van de kanalenkoning – is het Rijn-Schiekanaal verder gekanaliseerd. Daarvoor voeren al trekschuiten tussen Delfshaven, Delft en Den Haag met zo’n 7 kilometer per uur. Die snelheid haal ik niet.
Van Den Haag naar Rotterdam lopen is eigenlijk heel eenvoudig. Je loopt simpelweg langs het Rijn-Schiekanaal (maar de Vliet is een bekendere benaming), later Delftsche Schie en je loopt zo Overschie binnen. Ik loop ook langs het kanaal als opwarmertje.
Denk niet dat het saai is.
Aan de Delftweg staat bijvoorbeeld het Tolhuis. In 1670 werd de weg van de Hoornbrug naar Den Haag bestraat. Het was de bedoeling de hele weg naar Delft te bestraten. Maar ja, dat kost geld, dus kwam er een tolhuis. In 1863 besloot Den Haag haar helft van het tolhuis weg te geven aan de gemeente Delft. Zij besloot het gebouw af te breken. Het werd in 1866 vervangen voor het huidige gebouw dat – zoals het vaker gaat met gebouwen die hun functie hebben verloren – verwaarloosd werd. Erbovenop vloog het gebouw in 1989 in de fik. Inmiddels behoorde het eclectische gebouw tot de gemeente Rijswijk, die het pand tussen 1992 en 1994 restaureerde. Die upgrade hielp: binnen tien jaar stond het tolhuis op de rijksmonumentenlijst om cultuurhistorische, architectuurhistorische en stedenbouwkundige redenen:
Het tolhuis (1866) is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als typologisch voorbeeld van een 19de eeuws tolhuis met een voor de regio geografisch-bestuurlijk belang. Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een tolhuis gebouwd in de Eclectische stijl met een herkenbare typologie en verschijningsvorm. Van stedenbouwkundige waarde vanwege de karakteristieke ligging direct aan de belangrijke verbindingsweg over land en water tussen Rijswijk en Delft waar het pand tevens een beeldbepalend element vormt.
Een stuk verderop, ik loop dan inmiddels aan de andere zijde over het Jaagpad, staat op nummer 6 het stoomgemaal van de Plaspoelpolder. Dit is een gemeentelijk monument, gesticht uit 1873. Ik ben dan halverwege Delft en Rijswijk.
Keereweer
Het is bewolkt, het waait en ik heb wind tegen. Een fris begin van mijn wandelseizoen, dat eerder begint dan vorig jaar – toen begon ik met een hardere wind op het strand van Hoek van Holland. Ik loop verder over het aloude Jaagpad (jagen betekent hier het voortrekken van de schuit door een paard met een ‘jagertje’ als begeleider) en ik passeer het buurtschap Pasgeld.
Ter hoogte van Pasgeld voer sinds het begin van de 20e eeuw een veer met de welluidende naam Keereweer. De pont werd veel gebruikt door forenzen en dagjesmensen.
Daar kwam in deze eeuw een einde aan. In 2012 botst motorvrachtschip Reinod 15 op de veerpont. Twee mensen raken te water maar blijven ongedeerd. De gemeente Rijswijk heeft niet lang daarvoor de exploitatie uitbesteed om kosten te besparen. De nieuwe schipper ontbeert echter een klein vaarbewijs en heeft geen ervaring met het besturen van een veerpont. Aan boord zijn geen reddingsboeien en geen brandblussers. Omwille van de veiligheid wordt het pontje uit de vaart genomen om niet meer terug te keren.
Als de burgemeester van Rijswijk het pontje bezoekt, wordt ze belaagd. Bewoners willen het pontje behouden. De gemeente vindt dat er te weinig mensen gebruik maken en er zijn geen vrijwilligers te vinden – drukt de kosten – om fietsers en voetgangers naar de overkant te brengen. Exit veerpont.
Nadien loop ik door het buurtschap ’t Haantje – de oude naam van een herberg uit de 16e eeuw- voordat ik Delft inloop en het eerste deel van deze ‘etappe 0’ eindig.
Tweede deel: Delft – Rotterdam
Het tweede deel loop ik samen met Marijn, ook bekend als de geweldige goochelaar Olivier Quist (huur die man in!). Het is gezellig om met zijn tweeën te wandelen. We bomen een eind weg over werk, muziek – van trompet tot gitaar -, Rotterdam en een vleugje actuele politiek. We nemen een stuk van het Abtswoudse Bos. Via het Vlakoverpad komen we weer bij de Vliet aka Rijn-Schiekanaal aka de Schie uit. Er zijn veel wielrenners die wandelaars maar lastig vinden. Bij de Kandelaarbrug, aangelegd in 1995, steken we de vaart over en lopen Zweth in. Dit buurtschap, gehucht meer, ligt op een waterwegkruising van de waterloop Berkelsche Zweth en de Schie, en is vooral bekend vanwege het Michelin-sterwaardige restaurant Aan de Zweth.
Na Zweth volgt de begraafplaats en crematorim Hofwijk. Volgens de website heeft de plek een warme uitstraling. Wie dat heeft bedacht?
Een halve kilometer zuidwaarts passeren Marijn en ik rijksmonument en buitenplaats De Tempel. Je zou het niet verwachten zo net buiten Rotterdam. Op het terrein zijn stinzen te zien en de oudste eik van Rotterdam.
Die boom zou tussen 1840 en 1850 zijn geplant en heeft inmiddels een omtrek van pakweg vijf meter. We besluiten de 2 kilometer wandelroute over het terrein niet te volgen, maar lopen door naar Overschie. Aan de Delfweg stoppen we kort om een vervallen kerk te zien. De waterstaatskerk op nummer 13 ziet er vervallen uit; de zuilen zijn afgebladderd, de klok staat stil.
Bij thuiskomst zie ik dat het de voormalige katholieke kerk Sint Petrus Banden is en zelfs een rijksmonument – die vermelding doet het gebouw geen eer aan. Moet je kijken:
Deze zondagmorgen is het rustig in Overschie. Twee vrouwen praten in onvervalst Rotterdams met elkaar op de hoek van de Overschiese Dorpstraat en De Lugt. Aan de Lugt zit het schattig wijktheater In de Lugt dat de aandacht van Marijn trekt. We lopen door Overschie op zoek naar het geboortehuis van de Rotterdamse dichter en nachtburgemeester Jules Deelder, overleden op 19 december 2019. We vinden het gemakkelijk.
Op de hoek van de Martinus Dorpiusstraat en de Graswinckelstraat staat het geboortehuis van Justus Anton Deelder op nummer 2. ´Hoort, men werpt een atoombom´ schreef de kleine Jules als elfjarige al.
Veruit het mooiste gedicht vind ik echter Stadsgezicht uit de bundel Moderne Gedichten (1981):
Tegenwoordigheid van geest
en realisme in ’t kwadraat
vieren onverstoorbaar feest
in een opgebroken straat
Hoog en spijkerhard de hemel
met een blikkerende zon of
zwart en laag in wilde wemel
langs skeletten van beton
Doorheen geloken luxaflexen
tórenhoog de wooncomplexen
stapelen den einder dicht
Posthistorisch vergezicht –
Rotterdam gehakt uit marmer
kant’lend in het tegenlicht
De zeer aangename wandeling eindigen we met een kleine lunch in het Vroesenpark. “Geniet ervan”, zegt de serveerster, te pas en te onpas. “En jij van de opbrengst”, denk ik erbij, want goedkoop is het paviljoen in dit stadspark allerminst. Het mag de pret niet drukken: de wandeling was gers!
Ik sluit in stijl af met een gedicht van dichter Jules Deelder uit de bundel De Zwarte Jager (1973) :
Zijn gaan is
een komen
Zijn komen
een gaan
Hij houdt niet
van zitten
Hij blijft
liever staan
Zichzelf
en de wereld
een raadsel
Routedetails
Den Haag – Rijswijk – Delft – De Zweth – Rotterdam
Afstand
29 km (in 2 delen)
Kenmerken
stedelijk gebied, kanaal, polder
Plaatsen
Den Haag – Voorburg – Rijswijk – Pasgeld – Het Haantje – Delft – De Zweth – Overschie – Rotterdam
OV start
geen/Delft NS
OV Eind
Rotterdam Centraal
Vogels
- Wilde eend
- Reiger
- Meerkoet
- Waterhoen
- Zilverreiger
- Kolgans
- Aalscholver
- Ooievaar
- Vlaamse gaai
- Wilde zwaan
- Knobbelzwaan
- Houtduif
- Stadsduif
- Fuut
- Ekster