Bevrijdingsdag, een mooie dag om een nieuwe wandeletappe af te leggen. Ik vervolg mijn weg noordwaarts door het Hollandse kustgebied en kom op de geestgronden boven Katwijk.  ‘Geest’ heeft niets met spoken te maken, maar komt uit het middelnederduits gest/gast dat zoveel betekent als hoog, droog land, maar er zijn ook bronnen die de betekenis ‘onvruchtbaar’ of ‘dor’ toekennen (Van Berkel, 2018).

Geestgronden

Onvruchtbaar en miljoenen bloembollen in het voorjaar? Dat lijkt gek.

Toch is het minder gek dan het lijkt. De geestgrond ontstond door mensenhanden. In de Middeleeuwen werd veen afgegraven en wat later ook de binnenduinen en strandwallen voor zandwinning én om het dieper gelegen grondwater te kunnen bereiken. Kalkrijke zandgrond bleef over. Doordat het zand van de duinen werd vermengd met veen, ontstond een geweldige mix voor bol- en knolgewassen zoals tulpen, dahlia’s, narcissen en hyacinten. Want als knollen en bollen ergens niet tegen kunnen is het natte bodem. Dan rotten ze weg.

Hoe fijn is het dan om kalkrijke droog zandgrond te hebben op de oude cultuurgrond die in de 17e eeuw tot wasdom komt. Een uniek gebied, want deze bodemsamenstelling komt zelden voor in ons land zoals je kunt zien op de Bodematlas van de provincie Zuid-Holland. De geestgronden zijn beter bekend als de Bollenstreek, een enorme economische motor en dé toeristische attractie van Zuid-Holland, waarbij de Keukenhof en het Bloemencorso miljoenen mensen trekt.

Best wat plaatsnamen hebben iets met die geest. Oegstgeest (geest van Oosugeer), Hofgeest (bij Velsen), Uitgeest, Luttelgeest, Geesteren, Gees, St. Michielgestel, Oud-Gastel, Poelgeest. In noord-Nederland zou ‘gaast’ of ‘gast’ verwant kunnen zijn. Veruit het meest uitgebreide artikel over ‘geesten’ (PDF) is te vinden bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, meer nog dan wat etymologie.nl schrijft:

 

Ik begin mijn wandeling bij de bushalte nabij het gemeentehuis. Om in de grootste bloementuin van de Randstad te komen, moet ik mij eerst door het industrieterrein van Katwijk worstelen met zijn Gamma, Albert Heyn, ijzerwarenhandels en opslagterreinen. Het ziet er niet appetijtelijk uit, dit gebiedje net boven de aloude Romeinse limes. Het oppervlaktewater is vervuild met plastic flesjes, chipszakken en te veel algengroei: een teken van eutrofiëring door een teveel aan fosfaat in het water. Het uitzicht is ook nog niet fraai, met paarden in de wei en puin op de achtergrond. Even doorbijten…

Concerto d’onomatopee

Maar als ik de Hoogeveensebrug nader, vergeet ik het snel. De eerste grutto’s van dit jaar hoor ik. Ik ben blij dat in deze polder de ‘nationale vogel’ ruimte krijgt, want het gaat niet goed. De grutto staat op de Rode Lijst onder het kopje ‘gevoelig’.

Het weidegebied van de Hoogewegpolder stond lange tijd onder druk en dreigde te worden overlopen door nieuwbouw van woningen of uitbreiding van het industrieterrein. In het natuurtijdschrift ‘De strandloper’ schreef de verontruste auteur C.M.J. Verweij in 1988: ‘De sfeer rond deze polder wordt thans gekenmerkt door een touwtrekkerij van verschillende belanghebbenden. (….). Een natuurgebied laat zich niet in stukjes  knippen zonder herstelbare schade. (…) We zouden toch in staat moeten zijn de laatste stukjes in het belang van onze natuur en recreatie voor de toekomst veilig te stellen’

Inmiddels vindt de provincie de polder ‘beschermd cultuurlandschap’. Daar is de Limosa limosa blij mee. Net als wat kievieten, boomklevers en karekieten in het riet van de Maandagse Watering krijg ik hun ochtendconcert van de vogels die aan klanknabootsing. Klinkt ongeveer zo:

grutttto gruttooo gruttooo
tjif, tjaf, tjif, tjaf tjaf. tjif, tjaf, tjaf tjaf, tjif.
kieeewieeet kjiieeewiet wiet kieewiiett
kare kare kiet kiet gerutto geruttooo
kieeewieeet kjiieeewiet krrrrr kiet kiet
tjif, tjaf, tjif, tjaf tjaf

Met zoveel onomatopeeën kan mijn ochtend niet meer stuk.

Ma-di-wo-maar geen do

De waterloop waar ik langs loop (sic!) heet ‘Maandagsche Watering’. Er is ook een ‘Dinsdagsche Watering’ en vervolgens een ‘Woensdagsche Watering’. De laatste twee zijn aftakkingen van de Maandagsche, maar verder kwamen ze niet. Géén Donderdagsche Watering en al helemaal géén Zondagsche Watering. Tsss.

Maar dit zijn wel even hele moderne namen voor de 19e eeuw. De twee wateringen die naar de eerste twee dagen van de week zijn vernoemd, zie ik in 1850 voor het eerst op een topografische kaart verschijnen. De ‘Woensdagsche’ staat er ook op, maar naamloos vermeld, gelegen naast de Hooge Weg ten zuiden van de buitenplaats Offem. Onder het kruispunt van de Maandagsche en Dinsdagsche Watering ligt overigens een onbenut gasveldje, een van de 175 kleine gasvelden in ons land (klik op de afbeelding voor een grotere versie).

 

De NAM zit er bovenop, en bezit winningsvergunningen. In 1983 is er een put geboord. Er bleek onvoldoende gas aanwezig om rendabel te winnen. Maar nu zegt de NAM: als de gasprijs aantrekkelijk wordt, dan zouden we pijpleidingen aan kunnen gaan leggen. “Maar we hebben nu geen plannen in Noordwijk”. Of geboord gaat worden met Groningen in het achterhoofd. Denkt ut niet.

Gekomen is uw lieve mei

Sowieso wint de natuur vandaag en niet de NAM. Iedere berm staat vol met wilde bloemen en vele grassoorten. Dan snap je waarom de Romeinen de bloemengodin Flora hadden, en de katholieken de meimaand toewijden aan Maria.

Gekomen is uw lieve mei, Maria.
En op het veld de bloemensprei, Maria. Bloemen die wij plukken gaan.
Nu ze rijk te bloeien staan.

De route die ik loop is echt gigasimpel en kun je zonder kaartlezen afleggen. Vanaf de Hoogeveense brug is het rechtdoor, rechtsaf, linksaf, 10 kilometer rechtdoor lopen, dan rechtsaf en na het spoor linksaf naar station Hillegom.

10 kilometer trekvaart: de blauwe ader

Ik loop dus simpelweg tien kilometer langs de Leidsevaart/Leidse Trekvaart (en vanaf Lisse Haarlemmertrekvaart geheten) die beide steden aan elkaar verbindt. De totale lengte is 29 kilometer. De vaart is met de hand gegraven in 1657. De trekschuiten zijn de intercity’s uit die tijd met een gemiddelde snelheid van 7 kilometer per uur. Er varen negen trekschuiten per dag over deze blauwe ader van de Bollenstreek. De verbinding gaf tot 1860 een enorme economische boost aan de streek.

Het is logisch dat de vaart zo recht mogelijk is. Zo’n schuit was zo’n 11 meter. Dan wordt het voor een paard moeilijk de schuit over een bochtig jaagpad te trekken. Of dat een schuit de bocht kan nemen. Bovendien kost het nog meer handwerk om de vaart te graven.

Ik snap dat zo’n trekschuit razend populair was in de Gouden Eeuw. Je dobberde rustig door de geestgronden en als de schipper te laat was, kreeg je je reisgeld terug. Een comfortabele tocht die een groot deel van de steden in Holland en Utrecht aan elkaar knoopte. Rond 1800 werden Amsterdam, Leiden, Den Haag, Delft, Maassluis, Vlaardingen, Schiedam, Rotterdam, Gouda, Woerden, Utrecht, Vianen en Gorinchem aan elkaar verbonden. Historicus-uitgever Ad van der Zee maakte in 2021 de fantastische ‘Atlas van de trekvaarten in Zuid-Holland waarin je dat allemaal kunt teruglezen.

De trekschuit hield het zo’n twee eeuwen uit en verloor uiteindelijk van de stoomtrein, die vanaf 1839 door Holland ging rijden. Nu is de trekvaart een belangrijke ecologische zone en recreatiegebied.

De wandelende windmolen

Tussen Noordwijkerhout en Halfweg staan twee molens. De westelijke molen, aan mijn wandelkant van de trekvaart, is de achtkantige Hogeveense molen. De poldermolen was er eerder dan de vaart en doet nog steeds dienst als het gemaal niet werkt. Of als er extreem veel regen valt.

Aan de overzijde bevindt zich de Lageveense molen. Dat is wat je zegt de pechmolen van Zuid-Holland. Het begint dat deze windmolen niet op geestgrond staat, en dus minder wordt gefotografeerd. Want de Lageveense staat in drassig weidegebied, dus zie je geen kleurige bloemenvelden eromheen.
De molen heeft de pech dat-ie twee keer wordt verplaatst. De trekvaart duwt de molen in 1657 naar het oosten. In 1842 duwt de spoorlijn Leiden-Haarlem de molen nog verder weg. De molen is op dat moment dan al vervangen door een nieuwe. En of dat niet genoeg is, brandt de nieuwe Lageveense molen af in 1890. Wat een pech! De molenaar kan bovendien zijn molen amper bereiken: hij moet altijd met een roeiboot oversteken en dan het drukke spoor over. Als de molen zijn gemaalfunctie in 1990 verliest, maakt de NS daar een einde aan. No trespassers. De molen kan alleen te voet worden bereikt via een hele lange omweg.

De Halfscheidtpaal

Je verzint het niet, he? Halverwege de trekvaart ligt Halfweg. Het buurtschap is veel minder bekend dan Halfweg tussen Amsterdam en Haarlem. Halfweg aan deze trekvaart is een belangrijke aanlegplaats. De trekpaarden worden gewisseld. Ondertussen kunnen de passagiers hier de benen strekken en versnaperingen tot zich nemen (of zich tijdelijk bevrijden van de muffe trekschuitlucht van pijprokende medereizigers).

Een stenen paal uit 1820 markeert de exacte locatie. En dat niet alleen. Net als de markeringen die ik vorig jaar zag aan de graaf Floris Weg bij Hollandsche Rading, laat deze paal twee wapens zien: zuidzijde de sleutels van de stad Leiden, noordzijde het wapen van Haarlem. Dat je maar weet welk stukje grond behoort tot welke stad.

Tijdens mijn wandeling kom ik veel toeristen tegen op gehuurde oranjekleurige fietsen. Vlakbij ligt de Keukenhof. Een Italiaans gezinnetje is luidkeels onder de indruk van de rode tulpen. Een Engels stel met een kindje van een jaar of 1-1,5 vraagt mij of ze toestemming moeten vragen om de bollenvelden in te mogen lopen. Tsja, soms wel, soms niet. Blijf op de zandpaden en loop niet zomaar door de bollen, adviseer ik. Er is toch geen kweker in de buurt. En: ‘Don’t forget to make the pictures‘. Een Vlaams stel schiet selfies en op een fatbike komen Duitsers voorbij. Dit is mijn Bevrijdingsdag 2023.

Na Halfweg neemt het aantal picknicktafels toe. Ik stop om te timen of ik moet doorlopen om de trein naar huis te halen, of dat ik nog even kan genieten. Ik heb tijd zat. Ik luister naar de leeuwerik die met zijn hoge zangstem boven de donker brommende vliegtuigen uit probeert te komen. Futen duiken onder, een aalscholver stijgt slowly op uit de vaart en ik spot nog een karekiet.

Ik verlaat de Zuider Leidsevaart en sla naar rechts, de Beeklaan op richting station Hillegom. Eindpunt van deze tocht. Maar goed ook, want de tulpen zijn op.

Gespot: wilde bloemen

  • kruishyacint
  • gewoon biggenkruid
  • madelief
  • smeerwortel
  • hondsdraf
  • paardenbloem
  • akkerdistel
  • fluitenkruid
  • rode klaver
  • akkervergeet-mij-nietje
  • grasklokje
  • pinksterbloem
  • vogelwikke (nog niet in bloei)
  • schaduwgras

Gespot: vogels

  • tjiftjaf
  • houtduif
  • boomklever
  • kievit
  • grutto
  • visdiefje
  • fuut
  • meerkoet
  • waterhoen
  • kleine zwaan
  • leeuwerik
  • huismus
  • reiger
  • vlaamse gaai

Routedetails

Wandeling Katwijk aan Zee – Hillegom

Afstand

17 km

Kenmerken

Duin, bollenstreek, weilanden

Plaatsen

Katwijk aan Zee
Noordwijk-Binnen
Noordwijkerhout
Halfweg
Hillegom

OV start

Katwijk, Gemeentehuis,  Arriva bus 385 van Den Haag Centraal

OV Eind

NS-station Hillegom